Vliegen, wespen en korttongige bijen zijn de normale bezoekers van de bloemen van Winterakoniet. Op warme zonnige dagen tijdens een zachte winter en de zeer vroege lente is dat mogelijk.
Aan de ondergrondse knolvormige wortelstokken ontspruiten stengels met enkel een blad of stengels met een bloem. Het blad aan de gladde stengel is handvormig diep ingesneden of gedeeld. Onder de gele bloem zit een krans van drie eveneens diep ingesneden bladeren; ze lijken een omwindsel te vormen.
De fraaie bloemen hebben 6 bloemdekbladen die geel van kleur zijn. Een onderscheid in kelk en kroon is niet te maken. De bloemdekbladen hebben tuitvormige honingbakjes of nectariën. De vele meeldraden zijn buisvormig en tweelippig. Het aantal bovenstandige vruchtbeginsels bedraagt meestal ook zes en deze groeien uit tot kokervruchten.