Naast de Brem kennen we in de Vlinderbloemenfamilie nog een aantal soorten die enige gelijkenis met de Brem hebben. Daaronder is de Stekelbrem, Genista anglica L.. Deze soort hoort tot het geslacht Genista of Heidebrem.
De soorten in dit geslacht zijn allemaal dwergstruiken met een penwortel. Als Vlinderbloemige vind je trouwens aan de zijwortels wortelknolletjes, waarin Rhizobium bacteriën in symbiose leven met de wortelcellen van in ons geval de Stekelbrem.
Op de penwortel heeft de Stekelbrem een liggend stammetjes waaruit de omhoogstekende takken en twijgen te voorschijn komen. Aan de takken zitten scherpe en puntige doorns, die langer zijn dan een halve cm. Ze ontstaan uit zijtakjes en zijn licht gekromd. De twijgen zijn aanvankelijk groen, maar verhouten na enige tijd.
De bladeren zijn erg fijn en maar een mm of 5-6 lang en toegespit en hebben nauwelijks een steel; steunblaadjes zijn nauwelijks te onderscheiden. De bladeren kunnen afstaan wat erop duidt dat er een soort scharniertje onder aan de bladschijf zit. Dat zou erop kunnen duiden dat we eigenlijk met een gereduceerd veerdelig blad te doen hebben met slechts één deelblaadje!