De bloemen lijken van boven gezien regelmatig. Maar als je een bloem vrijmaakt uit de bloeiwijze en de vergroeidbladige kroon uit de bloem trekt zie je dat deze een kromme buis heeft. Door die kromme buis is de bloem niet regelmatig maar juist tweezijdig symmetrisch. Het zijn daarom kromme, trompetvormige bloemen. De kleur van de vijf bloemkroonlobben is lichtblauw en soms wat roze, terwijl de kleur van de buis wit is. Ze staan in een schichtvormige bloeiwijze. De schichten zijn aanvankelijk opgerold maar vouwen zich later uit en je ziet dan dat de bloemen zigzag gerangschikt staan, net zoals je een bliksemschicht tekent. De vergroeide kelk is diep gedeeld waardoor de vijf kelkslippen duidelijk zichtbaar zijn. Aan de binnenzijde van de vergroeide kroonbladen staan de vijf meeldraden ingeplant op de kroonbuis ongeveer ter hoogte van de kromming in de buis. Je kunt dit zien als je de kroonbuis met een scheermesje in de lengterichting open snijdt. Tussen deze meeldraden staan behaarde keelschubben, die de kroonbuis afsluiten. Ze helpen insecten op die wijze om op de juiste manier de bloem te bezoeken en op die manier pollen of stuifmeel over te brengen van de ene bloem naar de andere en voor de bevruchting te zorgen. Na bevruchting groeit het vierhokkig bovenstandig vruchtbeginsel uit tot een splitvrucht waaruit de nootjes -de zaden- te voorschijn komen.
Bekijk het volledige plantenpaspoort met video en foto's met kenmerken