Met name in de stedelijke omgeving kiemen de zaden van de eenjarige Zwarte nachtschade in het voorjaar en groeien uit tot tamelijk grote planten, die al dan niet sterk behaard zijn. Tijdens de bloei vallen hun witte bloemen op met de gele helmknoppen die stijf tegen de stijl aanzitten. Daardoor lijken de bloemen op omgekeerde lantaarntjes. Ook de zwarte bessen, de vruchten, zijn een opvallende verschijning in het najaar. In de winter sterven de planten af.
De Zwarte nachtschade, Solanum nigrum L., is een mooi voorbeeld van een eenjarige soort uit de Nachtschadefamilie. De plant kiemt pas in het late voorjaar en groeit snel uit tot een bossig kruid dat zijn grootste omvang in de late herfst bereikt. Bij nachtvorst sterft de plant snel af. Je vindt deze pioniersoort in ruigten, op omgewerkte grond, akkers, bermen, langs stoepranden, op stoepen en andere ruderale plaatsen, kortom op plaatsen die zeer voedselrijk zijn en nat tot droog.
De in beginsel rechtop staande stengel kan sterk vertakken. De min of meer kantige stengels vertonen zwakke lijsten, die glad of onregelmatig getand kunnen zijn. Onderaan zijn de stengels meestal kaal, maar de jongere delen zijn behaard met naar boven gekromde aanliggende haren. De bladeren staan verspreid aan de stengels. Ze hebben een wigvormig naar de steel aflopende voet, die langs de steel als lijsten doorlopen. De globale vorm van de bladeren is eirond. De bladrand varieert van gaaf tot gelobd of getand. De ondersoort Beklierde nachtschade (Solanum nigrum subsp. schultesii (Opiz) Wessely, SL 1738) kenmerkt zich ten opzichte van de subspecies nigrum door het bezit van zeer veel lange klierharen op de meer ronde steel. De jonge bladeren zijn behaard wat goed zichtbaar is langs de bladrand. Later worden ook de bladeren van deze ondersoort kaal.
De regelmatige, vijftallige witte bloemen hebben grote opvallende gele helmhokken. De bloemen lijken daardoor wel wat op kleine lantaarntjes. De vruchtbeginsels ontwikkelen zich na bevruchting tot zwarte bessen. Deze zijn glanzend met enigszins uitgegroeide kelkblaadjes die meehelpen bij de verspreiding van de bessen.
De ondersoort Beklierde nachtschade is een soort die zich goed thuisvoelt in de stedelijke omgeving op omgewerkte terreinen waar behoorlijk wat voedingsstoffen, als stikstof en fosfaat in de bodem zit.
MM_110930
Laatste wijziging 130610
Het areaal van dit akkeronkruid omvat de gehele wereld. Het voelt zich ook in de stedelijke omgeving zeer goed thuis op ruderale plekken, vooral waar veel honden worden uitgelaten. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland deelt Zwarte nachtschade in bij
30 Klasse der Akkergemeenschappen
30Ab3 Associatie van Korrelganzenvoet en Stijve klaverzuring
31Ab1 Associatie van Kleine brandnetel
Net als de planten van de andere soorten uit de Nachtschadefamilie is Zwarte nachtschade giftig. De stof waar het daarbij vooral om gaat is solanine. Het is een zogenaamd alkaloïde. Naast dit solanine komen er nog meer verwante alkaloïden in de plant voor. Het is een probate manier om vraat te voorkomen. Met name de groene kleur is een goede indicatie voor de aanwezigheid van deze giftige stoffen. Bijvoorbeeld wanneer jonge tomaten (ook een plantensoort uit deze familie) nog groen zijn bevatten ze relatief veel van deze alkaloïden. Ook knollen van de aardappel kleuren groen als ze aan licht blootgesteld worden. Die plaatsen bevatten dan ook veel van dit solanine of zijn verwanten. Niettemin levert een aantal planten uit deze familie goed eetbare delen op waarin de concentratie van deze giftige stoffen zeer laag is (Vries, F. de (2010), Gevaarlijke planten).
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van de Zwarte nachtschade verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 188.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 485. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 596.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 853-854.
Over de giftigheid van planten is veel lezenswaardig te vinden in Vries, F. de (2010) Gevaarlijke planten, De dosis maakt het vergif-Paracelsus: 108.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Solánum nígrum