Vlottende bies is een uitzondering op het beeld dat we van biezen hebben en heeft een horizontale groeiwijze in tegenstelling tot de meeste biezen met een verticale groeiwijze zie op deze website Mattenbies, Waterbies of Borstelbies. Vlottende bies of Isolepsis fluitans is een zeldzame soort uit de Cypergrassen familie. De plant ligt in het water uitgespreid of ligt op een modderige bodem. De uit de bovenste okselknoppen komende stengels dragen kleine aartjes, 3 tot 4 mm lang, deze stengels staan aan het eind opgericht zodat de aartjes boven het wateroppervlak uitsteken. De aren dragen weinig tweeslachtige bloemen meestel 6 of 7. Binnen de bloemen vinden we geen borstels. Vlottende bies is verder nog te herkennen aan de lichtgroene vlakke of iets gootvormige bladeren.
Vlottende bies is in Nederland een indicator voor natte, matig voedselarme, wat zure bodems en komt voor in en bij vennen, gegraven poelen en greppels, verder in stilstaand en zwak stromend, vaak wat zwak zuur maar wel schoon water. Groeit op zand en lemige bodems met weinig carbonaat en fosfaat. Sulfaat is juist gewenst. Kwel heeft een gunstig effect.
Areaal: West Europa en verspreid over delen van de wereld.
Verspreiding in België: in de Kempen zeldzaam, daarbuiten zeer zeldzaam (Met dank aan Jan van Twisk).
Vlottende bies maakt, zoals beschreven in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland deel uit van plantengemeenschappen, namelijk van het
06Ac Verbond van Waternavel en Stijve moerasweegbree; en wel binnen de volgende associaties (plantengemeenschappen)
06Ac1 Pilvarenassociatie
06Ac2 Associatie van Kleinste egelskop
06Ac3 Associatie van Veelstengelige waterbies
Soorten die vaak in deze associaties of plantengemeenschappen voorkomen zijn: Moerashertshooi, Ondergedoken moerasscherm, Knolrus, Veelstengelige waterbies, Duizendknoopfonteinkruid, Gewone waternavel, Mannagras, Egelboterbloem en Pilvaren.
Vlottende bies of Isolepis fluitans is ook bekend onder de synoniemen Scirpus fluitans en Eleogiton fluitans.
De geslachtsnaam Scirpus bestond al bij de Romeinen voor Bies en fluitans is afkomstig is van het Latijnse werkwoord fluere dat stromen betekent. Het Latijnse werkwoord scirpare betekent zoveel als biezen maar ook vlechten. De alternatieve geslachtsnaam Eleogiton laat zich splitsen in het Griekse (h)eleo en gitón en staat dan gelijk met moeras-(onder)kleed.
De namen in andere talen: E = Floating club-rush; D = Flutende Tauchsimse; F = Scirpe flottant.
Nog meer informatie over de ecologie van Vlottende bies en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 258. Hier onder de naam Eleogiton fluitans.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 146. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland: 191-192.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 23ste druk: 900. In deze flora wordt de wetenschappelijke naam Scirpus fluitans gebruikt.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Isolépis flúitans