Kraaihei - Empetrum nigrum

De altijd groen blijvende dwergstruik Kraaihei, Empetrum nigrum, herken je na de bloei aan de zwarte bessen, die al in de tweede helft van de lente en de zomer aan de planten zitten. De bloemen zijn eenslachtig en de bloei vindt vroeg in de lente plaats. Planten bloeien of met meeldraadbloemen of met stamperbloemen. Alleen aan deze laatste staan dus de bessen. Op de Waddeneilanden komt Kraaihei algemeen voor en dan vooral op de noordhellingen van duinvalleien.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De meerjarige dwergstruik Kraaihei, Empetrum nigrum L., uit de Heifamilie of Ericaceae is een meestal tweehuizige plant die heel algemeen voorkomt op de Waddeneilanden op de noordhellingen van duinvalleien.

De dwergstruiken hebben op de droge tot natte, zure en zandige bodem liggende takken, waaraan de lijnvormige sterk op naalden lijkende bladeren staan. De schors van de takken is bruin en gegroefd. De lijnvormige bladeren zijn omgerold en de randen liggen vrijwel tegen elkaar aan; er blijft slechts een smalle spleet vrij. Dit is een goede aanpassing tegen uitdroging, maar dat benadrukt het lijken op naalden. Ze staan spiraalvormig op de takken ingeplant, hetgeen een beetje lijkt op verspreid, maar ook wel wat in vier rijen.

De drietallige bloemen staan in de oksels van de bladeren en wel aan de toppen van de takken die daar opstijgend tot rechtopstaand zijn. De bloemen zijn eenslachtig, ofwel meeldraadbloemen ofwel stamperbloemen. Een heel enkele keer kun je zowel meeldraadbloemen als stamperbloemen aan dezelfde plant vinden, maar meestal zijn de planten óf alleen mannelijk bloeiend óf alleen vrouwelijk bloeiend en dan is er sprake dus van tweehuizigheid. Alle bloemen hebben twee kransen van bloembladen, dus drie kelkbladen en drie roze, of donkerpaarse, kroonbladen. De drie meeldraden in de mannelijke bloemen hebben erg lange helmdraden waardoor de paarse helmknoppen tot buiten de bladeren uitsteken. Dat is gunstig want bestuiving vindt plaats door de wind, die het stuifmeel of pollen meeneemt. De bovenstandige vruchtbeginsels in de vrouwelijke bloemen hebben een korte stijl en daarop zes tot negen stempelpunten die als het ware een ster vormen.

Na bestuiving door de wind, een uitzondering bij soorten van de Heifamilie, en bevruchting ontwikkelt het bovenstandig vruchtbeginsel zich tot een zwarte steenvrucht of bes. Deze wordt graag door allerlei vogels gegeten die op die manier zorgen voor de zaadverspreiding.

MM_210107

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Empetrum - Empetrum
Plantvorm:
dwergstruik
Plantgrootte:
0.20 - 0.40 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
roze, paars
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvormen:
drietallig, russenbloem
Bloemtype:
eenslachtig en/of tweeslachtig
Bloembladen:
3 kelkbladen, 3 kroonbladen
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
9
Vrucht:
bes
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, liggend
Schors:
bruin
Bladstanden:
verspreid, in rijen
Bladvormen:
lijnvormig, naaldvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Kraaihei is een boreale soort van het noordelijk halfrtond en komt in Nederland niet zuidelijker dan een lijn van Nieuwkoop tot Denekamp. behalve op de Waddeneilanden vinden we Kraaihei in de duinen van Noord-Holland, en op de Veluwe en ook wel in veengebieden benoorden genoemde lijn. Verder in het Andesgebergte in Zuid-Amerika.

De plantensoort 'Kraaihei' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Kraaihei is altijd groen en de bladeren blijven meerdere jaren aan de struiken zitten. Aanvankelijk staan de bladeren rechtop aan de stengeltoppen, maar naarmate de groei van de takken vordert, weliswaar langzaam, zie je dat de bladeren steeds meer verspreid rondom de takken gaan staan. Opmerkelijk is dat Kraaihei in staat is om soms tot 1,5 meter hoog te 'klimmen' in Jeneverbes.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Kraaihei verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 53-55.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 458. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, L (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 557.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 628. In deze flora wordt de Kraaihei als aparte familie Empetraceae of Kraaiheifamilie behandeld.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Émpetrum nígrum.