Klein schorrenkruid, Suaeda maritima, is een plantensoort van de kwelders en kan daar grote oppervlakten bedekken, vooral op de oeverwallen van kreken, waar vloedmerk aanspoelt. Ook op het hoge slik en lage schor vind je de soort die opvalt door zijn vlezig uiterlijk. De kleur van stengels en halfronde bladeren verandert daarbij van blauwgroen naar roodachtig. De kleine bloemen zitten in de oksels van de kleine bladeren aan de zijstengels die ontstaan in de oksels van de wat grotere bladeren aan de hoofdstengels.
Klein schorrenkruid, soms nog wel Schorrenkruid genaamd, is een plantensoort uit de Amarantenfamilie of Amaranthaceae. De éénjarige planten dragen de wetenschappelijke naam Suaeda maritima (L) Dumort. en zijn te vinden op de schorren en kwelders in de kuststreek en de Wadden. Daar vestigen de planten zich op open plekken waar zich vloedmerk heeft verzameld. Dat vloedmerk levert tijdens de afbraak de benodigde mineralen.
Op de penvormige hoofdwortel met veel bijwortels, die in de slikkige bodem doordringen ontwikkelen zich de stengels, die liggend of opstijgend zijn en zich behoorlijk kunnen vertakken. Daardoor ontstaat een soort monocultuur van deze plantensoort, die opvalt door de vlezige habitus, of uiterlijk, wat versterkt wordt door de blauwgroene en later rode tinten van de plantenonderdelen. De hoogte van de kale planten kan dan tot zo'n halve meter of iets meer reiken.
Aan de stengels staan de vlezige bladeren verspreid. Ze zijn halfrond en aan één kant vlak. Op doorsnede leidt dat tot een halve bolvorm. De bladeren kleuren groen en later wat roodachtig. Ze zijn langwerpig tot lijnvormig en de bovenste bladeren aan een vertakking van de stengel zijn wat meer toegespitst. In de oksels van de grotere bladeren ontwikkelen zich opnieuw zijtakken, vooral in de bovenste helft van de hoofdstengels en die bladeren zijn beduidend kleiner dan de bladeren aan de hoofdstengels.
In de oksels van de bladeren ontstaan tijdens de bloeiperiode in de zomer twee tot drie kleine bloemen. Ze zitten kluwenachtig bij elkaar. De bloemen hebben een bloemdek en zijn tweeslachtig. In het bovenstandig vruchtbeginsel ontwikkelen zich de glanzige bruinzwarte zaden, die één tot twee millimeter groot zijn en een netvormig gegroefd oppervlak hebben.
MM_210913
Klein schorrenkruid heeft een groot verspreidingsgebied en is te beschouwen als een kosmopoliet. De soort komt voor in zoutsteppes en kustgebieden en in onze contreien betekent dit dat de soort vooral in het Deltagebied en aansluitende Belgische kustdelen en verder vooral in het Waddengebied te vinden is op slikken en schorren in de kwelders. Je vindt het vooral op de bovenranden van kreken, plekken waar veel aanspoelsel als vloedmerk wordt afgezet. Klein schorrenkruid benut onder meer de stikstof afkomstig van vergane groenwieren en roodwieren. Vooral buitendijks tref je Klein schorrenkruid aan, maar ook binnendijks kun je de soort wel vinden in de buurt van de riviermondingen waar het water, door de getijdenwerking, brak is.
Fors uitgegroeide planten op meer open plekken raken los van hun wortelstelsel en kunnen dan door de sterke wind tot zogenaamde steppenrollers worden. Ze verspreiden aldus hun eigen zaad, maar ook wel het zaad van andere planten, zoals Zulte, die zich soms een plek hebben weten te veroveren in zo'n Schorrenkruid monocultuur. Daar waar de steppenroller tot stilstand komt kan zich het volgend seizoen door het vele zaad een nieuwe haard van Klein schorrenkruid ontwikkelen.
Meer informatie over de ecologie van Klein schorrenkruid en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 171-172.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:
Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 514-515.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Suaéda marítima