Tijdens de bloei vormen de tamelijk lange, kersenrode bloemkronen van de Hoenderbeet, Lamium amplexicaule, een fraaie bekroning op de nogal iele tot 30 cm hoge planten. De bladeren onderaan de stengel staan op stelen en zijn rond, terwijl de schutbladen onder de schijnkransen meer niervormig zijn en een soort van schotel vormen onder die schijnkransen. Alle bladeren zijn diep gekarteld.
Hoenderbeet, Lamium amplexicaule L., is net als Paarse dovenetel een eenjarige, soms tweejarige, plant uit de Lipbloemenfamilie of Lamiaceae.
Aan de vierkante stengels staan de bladeren kruisgewijs tegenover elkaar. De bladvorm bij de Hoenderbeet is enigszins afwijkend van de andere Dovenetel soorten, die bijna allemaal min of meer driehoekige bladeren hebben. De bladeren onderaan de stengel zijn vrijwel rond en hebben een steel, terwijl de bladeren boven in de plant niervormig zijn en met een brede voet de stengel omvatten en daardoor aaneen sluiten. Het lijkt alsof de schijnkransen op een schotel liggen. Alle bladeren hebben een vrij diep gekartelde bladrand.
De bloemen vallen op doordat de bloemkronen een rechte buis hebben die veel langer is dan de tamelijk kleine kelken. De kleur van de bovenlip van de bloemkroon is kersrood tot paarsrood. De onderlip is tamelijk klein, gemiddeld slechts 2 mm lang. De kelk heeft tijdens de bloei een lengte van zo'n 5-6 mm, waarbij de kelktanden even lang of wat korter zijn dan de kelkbuis. Na de bloei blijven de kelktanden rechtop staan en soms neigen ze zelfs naar elkaar toe, waardoor de vierdelige splitvrucht niet zo gemakkelijk zichtbaar is als bij de meeste soorten uit de Lipbloemenfamilie.
Het is een soort die op zeer voedselrijke grond te vinden is, bijvoorbeeld in moestuinen en op bouwland.
MM_131013
Hoenderbeet is van oorsprong een soort van het Middellandse-Zeegebied. Als cultuurvolger heeft de soort zich via de landbouwende mens over de wereld verbreid. Het is dan ook een kosmopoliet die, zoals is beschreven in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, een kenmerkende soort is van de
30 Klasse der Akkergemeenschappen
Het komt bij Hoenderbeet regelmatig voor dat de bloemen in de kelk gesloten blijven, maar daar toch tot vruchtzetting komen. Dat soort bloemen noemen we cleistogame bloemen. 'Cleistos' is een Grieks woord dat 'gesloten' betekent. Het Nederlandse woord 'kluis' is ook een afgeleide van dit Griekse woord.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Hoenderbeet verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 162.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 503. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 612.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 920.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Lámium amplexicáule.