Video Determinatie

Gewone salomonszegel - Polygonatum multiflorum

In sommige meer voedselrijke bossen tref je in het vroege voorjaar als de bomen nog niet volledig bebladerd zijn in de kruidlaag de opvallende Gewone (of Veelbloemige) salomonszegel, Polygonatum multiflorum aan. De gebogen stengels met de twee rijen elliptische bladeren zijn heel kenmerkend en als je de plant aantreft terwijl ze bloeit, hangen onder de stengel op de plaatsen waar bladeren zijn aangehecht de klokvormige witte bloemen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Gewone (of Veelbloemige) salomonszegel, Polygonatum multiflorum (L.) All, hoort tot de Aspergefamilie, of Asparagaceae, en siert tijdens de bloei in de lente onze rijkere loofbossen.

De zes bloemdekbladen van de klokvormige bloemen zijn vergroeid. De breedte van de kroonbuis varieert van 2-4 mm met een kleine insnoering halverwege de buis boven het vruchtbeginsel. De helmdraden zijn fijn behaard, wat met een loep goed te zien is. Het bovenstandige vruchtbeginsel groeit uit tot een aanvankelijk groene en later blauw-zwarte, berijpte bes.

De stengel is rolrond en buigt vanuit de wortelstok komend naar een zijde. Daardoor hangen de klokvormige bloemen in een mooie rij onder de stengel. De elliptische bladeren zijn ook in twee rijen geplaatst. Vaak is de stand zodanig dat ze alle ongeveer evenwijdig staan aan het bodemoppervlak. Daardoor vangen ze maximaal licht in. We noemen dat wel de jaloeziestand.

In de meeste loofbossen van Europa kun je deze fraaie planten in het vroege voorjaar aantreffen. In Nederland tref je hem aan in Zuid-Limburg, in de Hollandse duinen en de hogere delen van ons land.

MM_120107

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Salomonszegel - Polygonatum
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.30 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
tuil
Bloemvormen:
klokvormig, meertallig (zestallig of meer)
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
6 bloemdek
Meeldraden:
6 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
3
Vrucht:
bes
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, rond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
elliptisch
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

Gewone salomonszegel heeft een verspreidingsgebied over heel Europa. Maar in het noordoosten en zuidwesten van het continent vind je de soort niet. In Nederland komt ze voor in de bossen op de oude zandgronden en in het krijtdistrict. Ook in België is ze algemeen, met uitzondering van het kustgebied en de Hoge Ardennen waar ze erg zeldzaam is. Soms tref je haar aan in heggen. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt Salomonszegel beschreven als een soort die kenmerkend is voor de

43 Klasse der voedselrijke Eiken- en Beukenbossen

De plantensoort 'Gewone salomonszegel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Ondergronds heeft de Gewone salomonszegel een stevige wortelstok, waaraan ieder jaar weer de nieuwe stengels ontspruiten. Na het afsterven blijven de littekens van de vaatbundels achter op de plaats waar de stengels vastgehecht waren. Ook die uit de jaren ervoor zijn terug te vinden. Deze littekens doen denken aan het zegel van de Bijbelse koning Salomon en vanwege deze gelijkenis werden vroeger aan de wortelstok magische krachten toegeschreven.

Salomonszegels zijn giftig.

Indien u meer wil weten over de ecologie van de Gewone salomonszegel en de relaties met andere organismen is Weeda, E.J. et al. (1991), Nederlandse oecologische Flora.Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 302 een uitstekende aanvullende bron.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 120. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 131.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 330.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Polygónatum multiflórum.

In het Duitse taalgebied: Vielblütigen Weisswurz, Maiglöckchengewächse.