Al meer dan zesduizend jaar wordt Vlas (Linum usitatissimum) verbouwd. In eerste instantie ging het om de lange vezels die uit de plant gehaald konden worden. Van deze vezels werd vervolgens linnen gemaakt.

Toen men er achter kwam dat de zaden erg voedzaam waren werd er ook Vlas verbouwd om uiteindelijk Lijnzaadolie te produceren. Hoewel er in Nederland tot enkele decennia geleden een grote Vlas-industrie aanwezig was, met name in Zeeland, is deze ondertussen grotendeels verdwenen. Daarmee is ook het voorkomen van het blauwbloeiende akkergewas gedecimeerd. Naast Vlas als landbouwgewas komen er in Nederland ook andere soorten voor uit de Vlas-familie. Denk bijvoorbeeld aan Geelhartje (Linum cartharticum - foto)

Ondanks dat Geelhartje, een bescheiden plantje dat voornamelijk langs de kust te vinden is, agrarisch weinig opleverde, werden de zaden van deze kleine vlassoort wel degelijk gebruikt. Bij een hoge dosis is Geelhartje giftig maar een paar zaden zullen laxerend werken. Purgerend in een wat cryptische omschrijving. Purgeervlas is dan ook een veelgebruikte naam voor deze soort. Waar Vlas grote helderblauwe bloemen heeft, zijn de bloemen van Geelhartje wit met, inderdaad, een geel hart. Zo valt het iele plantje toch op.

Tekst en foto door Nils van Rooijen, 27 juli 2017, © Flora van Nederland