De soorten uit deze familie van sporenplanten zijn kruidachtige, meerjarige landplanten, die ook in de winter groen blijven. De wortels en ook de stengels zijn gaffelvormig vertakt. De stengels zijn liggend, kruipend en voor een deel opstijgend. De bladeren zijn klein en staan dicht bijeen. De sporendragers of sporangiƫn staan op de stengels en zijn vaak relatief dikker in vergelijking met de rechtop staande stengels met bladeren. Het zijn aren.