De plantensoorten die tot deze familie horen kunnen heel verschillend zijn van fijne, tere kruiden tot flinke struiken. Maar op grond van moleculairbiologisch onderzoek blijken deze evolutionair nauw verwant te zijn. Als gemeenschappelijke kenmerken hebben ze dat de bladeren tegenover elkaar staan. De regelmatige bloemen zijn tweeslachtig. Ze zijn viertallig maar meestal vijftallig met een halfonderstandig of onderstandig vruchtbeginsel. De vrucht is een steenvrucht.
De familie is niet al te groot en omvat drie geslachten, Muskuskruid, een laag blijvende en tere bosplant, Sneeuwbal en Vlier; beide laatste geslachten zijn struiken die erg veel in onze contreien zijn te vinden. Uiterlijk lijkt het eerst-genoemde geslacht, Muskuskruid, niet op de twee andere.