Langs en in vennen en plassen waarvan de oever in de winter vaak onder water staat, terwijl deze in de zomer zelfs kunnen uitdrogen vind je Ronde Zonnedauw, Drosera rotundifolia. Het is de meest algemene van de zeldzame zonnedauwsoorten in onze contreien. Ze heeft ronde bladeren ter grootte van een dubbeltje die tegen de grond in een rozet gedrukt liggen. Tijdens de bloeiperiode hebben ze een bloemstengel met witte regelmatige bloemen.
Tot de meer bijzondere planten van onze Flora hoort ongetwijfeld de "vleesetende" Ronde Zonnedauw, Drosera rotundifolia L. uit de Zonnedauwfamilie. Omdat de soort zijn dieet aanvult met kleine insecten die aan de plakkerige haren van de ronde bladeren blijven hangen en verteerd worden door de enzymen in de sappen die die haren afscheiden, kunnen de Zonnedauwen gedijen op plekken waar andere plantensoorten niet kunnen gedijen, omdat ze daar niet voldoende mineralen uit de wel zeer arme bodem kunnen halen. Deze plekken zijn echter in de Benelux steeds zeldzamer aan het worden, maar natte heiden, vennen en venen worden in stand gehouden door een goed natuurbeheer.
De kleine planten van Ronde zonnedauw hebben een rozet van bladeren. Deze bladeren zijn rond ter grootte van maximaal een dubbeltje, maar meestal kleiner. De stelen zijn behaard en bij deze zonnedauw ligt de rozet erg plat aangedrukt tegen de bodem of op het veenmos. De bladeren zijn een beetje rood van kleur. Staan de bladeren schuin omhoog en zijn ze spatelvormig, dan heb je te doen met de Kleine zonnedauw.
Meestal één soms meer bloemstengels komen midden uit de bladrozet en recht omhoog tevoorschijn. Tijdens de bloei in de zomer zie je dat op deze stengel(s) een bloeiwijze in de vorm van een schicht staat waarin de regelmatige witte bloemetjes staan. Ze zijn vijftallig en tweeslachtig. Na de bloei ontwikkelen de vruchtbeginsels zich tot doosvruchten.
Ronde zonnedauw is in Nederland de meest algemene van de Zonnedauwsoorten. Ze heeft een verspreidingsgebied of areaal dat de koude en gematigde zone van het hele noordelijk halfrond omvat, maar ook in de berglanden van Nieuw Guinea is de soort gevonden. Ze komt voor op kalkarm zand of veen. Ontwatering en ontginning ook in de wijdere omgeving zijn de doodsteek voor zonnedauwsoorten.
MM_120507
Laatste wijziging 210209
Ronde zonnedauw staat op zandige mineraalarme bodems of op veen. Het areaal omvat de koude en gematigde zone van het Noordelijk halfrond, maar ook in het hooggebergte wordt de soort gevonden. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, kun je de planengemeenschappen vinden waar de Ronde zonnedauw in voorkomt:
09Aa2 Veenmosrietland
10Aa2 Associatie van Veenmos en Snavelbies
10Aa3 Veenbloembies-associatie
11 Klasse der Hoogveenbulten en Natte heiden
11Ba2 Moerasheide
Vleesetende planten zijn een uitzondering in onze wilde flora. Op mineraalarme zandbodems die afwisselend nat in de winter en droog in de zomer zijn, zo ook op veen vind je de Zonnedauwsoorten, terwijl in mineraalarm water van duin plassen, en tichelgaten de drijvende Blaasjeskruiden (zie bijvoorbeeld Loos blaasjeskruid elders in onze website) soorten te vinden zijn. Ook Vetblad is een soort die in vergelijkbare milieus te vinden is en tot de vleesetende planten hoort.
Meer informatie over de ecologie van Ronde zonnedauw en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 274.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 268. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 537.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 554.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Drósera rotundifólia.