Kaal breukkruid of Herniaria glabra L. is een plant uit de Caryophyllaceae of de Anjerfamilie. Het is een lage, liggende, geelgroene plant die, met breed uitgespreide stengels, wat stervormig op de bodem ligt. De stengels kunnen aan de basis enigszins verhout zijn, maar wortelen niet op de knopen. Ze zijn vertakt, en hebben een lengte van maximaal ongeveer 30 cm. Vanuit het centrum is de plant met één enkele penwortel verankerd. Ondanks de naam kunnen de stengels zeer fijn behaard zijn.
De planten zijn eenjarig, maar kunnen soms een seizoen overblijven.
De bladeren zijn klein, ongeveer tot 7 mm lang, ovaal tot langwerpig van vorm en met onduidelijke nervatuur. Ze staan onder aan de stengel tegenover elkaar met vliezige steunblaadjes. Deze steunblaadjes zijn gewimperd. Meer naar boven, bij de bloeiwijzen verandert de bladstand in verspreid, waarbij de bloemkluwens in de bladoksels staan. De bladeren zijn kaal, maar ondanks dat de plant “kaal” heet kunnen aan de rand van de bladeren fijne wimperharen aanwezig zijn, maar meestal alleen bij jonge bladeren.
De tweeslachtige bloemen bestaan uit 5 kelkbladen, 5 minieme, witte en priemvormige kroonbladen en een bovenstandig vruchtbeginsel, er zijn 5 functionele meeldraden met daartussen geplaatst 5 helmdraden zonder helmhokken.
Opvallend is dat de kleine kelkslippen aan de top kapvormig zijn, groen van kleur en wit gerand wat met een loep wel te zien is.
De bloemen staan, in dicht bijeen geplaatste, trosvormige, kluwenachtige bijschermen in de oksels van bladeren. Door dat deze kluwens talrijk zijn geeft dat een eigenaardig uiterlijk aan de plant, samen met de geelgroene, en daarmee lichte tint is deze niet te verwarren met andere soorten. De bloeiperiode is van juli tot oktober.
De vrucht is ongeveer zo lang als de kelk en 1-zadig.
Kaal breukkruid is een vrij zeldzame plant van vooral het rivierengebied van Oost-, Midden- en Zuid-Nederland, daarbuiten ook in de Duinstreek en stedelijke gebieden. De groeiplaatsen zijn steeds op zandgrond, rivierduinen en rivieroevers, plaveisel en open wegbermen, op stationsemplacementen.
Voor België geldt: Vrij algemeen in Belgisch Lotharingen, de Kempen en het Krijtdistrict, zeldzaam tot vrij zeldzaam in Brabant, het Maasgebied en de Ardennen.
Kaal breukkruid is in een groot deel van Europa in gebieden met een gematigd klimaat aan te treffen; verder in Zuid-Europa, in West-Azië en Noord-Afrika.
Volgens Schaminee et al., 2010; Veldgids Plantengemeenschappen, is Kaal breukkruid een kensoort van de Associatie van Vetkruid en Tijm, een nogal zeldzame associatie van droge stroomdalgraslanden op betrekkelijk kalkarm zand.
Het geslacht Herniaria telt ongeveer 45 soorten, meest in de oude wereld. Samen met de verwante soorten Riempjes (Corrigiola) en Grondster (Illecebrum) wordt dit geslacht binnen de Anjerfamilie (Caryophyllaceae) wel ingedeeld in de onderfamilie Paronychieae, waarbij een gezamenlijk kenmerk is dat de kroonbladen niet of nauwelijks ontwikkeld zijn. Behaard breukkruid, de enige soort met wie Kaal breukkruid verwisseld kan worden, is zeer zeldzaam en dan nog alleen in stedelijk gebied te vinden.
Eenieder is wel vertrouwd met het woord “Hernia” hetgeen “Breuk” betekent en waaruit de naam van het “Breukkruid” is afgeleid. Vroeger gebruik van het plantje in de geneeskunde is oorzaak van de benaming. Ook in andere talen blijkt breukbehandeling basis van de naamgeving te zijn geweest. De soortnamen “Kaal” en “Behaard” zijn ook geheel verwoord in de Latijnse soortnamen “glabra” en “hirsuta” (met dank aan Jan van Twisk)
Meer informatie, ecologische en standplaats gegevens zijn te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 198.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 280. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 517.
Determinatie is ook goed mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 23ste druk: 200-201.
Uitspraak (klemtoon of accenten) van de wetenschappelijke naam: Herniária glábra.