Video Determinatie

Basterdklaver - Trifolium hybridum

Basterdklaver heeft net als Witte klaver hoofdjes met witte vlinderbloemen. De hoofdjes zijn gesteeld en te vinden zowel aan het eind van de stengels als vanuit de oksels van de verspreid staande bladeren aan de rechtopstaande stengels. De stengels wortelen niet op de knopen, wat een gemakkelijk onderscheid is met Witte klaver. De drietallige bladeren hebben deelblaadjes die ovaal tot langwerpig zijn en de bladrand is getand tot gezaagd. Als de bloemen uitgebloeid zijn verkleuren ze naar roze tot rood.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een plantensoort uit de Vlinderbloemenfamilie die erg veel lijkt op de heel algemene Witte klaver is de Basterdklaver, Trifolium hybridum L..

Je vindt de meerjarige planten net als de Witte klaver in vochtige, mineraalrijke bermen en in graslanden, maar ook wel in klei- en leemgroeven.

Ondergronds vind je aan de penwortel met z'n zijwortels wortelknolletjes, waarin een Rhizobiumbacterie symbiotisch zorgt voor de binding van luchtstikstof. Op die manier draagt ook de Basterdklaver bij aan de verrijking van de bodem waar de plant staat.

De stengels zijn rechtopstaand tot opstijgend en kunnen tot wel een meter hoog komen; Witte klaver blijft met zijn kruipende en op de knopen wortelende stengels hooguit tot zo'n 25 cm hoog. De stengels van Basterdklaver wortelen dus niet op de knopen. Ze zijn op doorsnede hol. Zowel de stengels als de bladeren zijn kaal.

De drietallige oneven geveerde bladeren staan verspreid aan de stengel. De deelblaadjes zijn langwerpig tot ovaal van vorm en hebben een getande tot gezaagde bladrand. Een witte V-vormige vlek ontbreekt. Ze hebben aan de voet twee steunblaadjes, die, in tegenstelling tot de steunblaadjes van Witte klaver vrijwel niet met elkaar en de stengel vergroeid zijn. Ze zijn geaderd en lopen heel geleidelijk uit in een spits.

De hoofdjes hebben een duidelijke steel en zijn niet zittend; ze zijn te vinden zowel aan de uiteinden van de stengels als in de oksels van schutbladeren die aan de stengels staan. De bloemen zijn in eerste instantie wit en verkleuren later, als ze uitgebloeid zijn, naar roze tot rood. Ze slaan niet terug. Als de bloemen wit zijn is de soort gemakkelijk te verwarren met Witte klaver. De bloemen zijn 7-9 mm lang en daarmee langer dan de kelk. Maar ze zijn wat kleiner dan die van de Witte klaver. Daardoor is het bloemhoofdje van Basterdklaver ook wat compacter en slechts tot zo'n 1,5 cm in doorsnee. Tussen de zwaarden vind je de meeldraden waarvan er 9 vergroeid zijn; de tiende meeldraad is vrij. Het is anatomisch gezien de bovenste meeldraad. Onder deze vrije meeldraad wordt nectar geproduceerd waarmee de bloem bestuivers aanlokt. Het bovenstandig vruchtbeginsel binnen de meeldraadbuis groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een meerzadige peulvrucht.

De vijf tanden van de kelk zijn alle ongeveer even lang. De kelk is niet behaard en zwelt na de bloei niet op. Dit laatste onderscheidt de Basterdklaver van de Perzische klaver.

MM_150709

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Klaver - Trifolium
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.25 - 1.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, rood, roze
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvormen:
vlinderbloemtype, tweezijdig symmetrisch
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
peulvrucht of boon
Zaden:
-
Stengels:
geribd of geribbeld, rechtopstaand, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
drietallig, oneven geveerd
Bladranden:
getand, gezaagd
Ondergrondse delen:
wortelknollen (met ), penwortel
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijk areaal van basterdklaver is niet duidelijk bekend. Het is als landbouwgewas over alle gematigde streken verspreid door de mens. Daardoor komt de soort nu ook op diverse plaatsen voor en is Basterdklaver een soort die voorkomt in tal van plantengemeenschappen of -associaties.

De plantensoort 'Basterdklaver' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Hoewel de Nederlandse naam Basterdklaver suggereert dat de soort een bastaard is van een tweetal andere soorten, is dat geenszins het geval. Het is een eigen soort naast de andere Klaversoorten die in de flora van Nederland en België is aan te treffen. Mogelijk dat de naam ontstaan is omdat de soort vroeg tijdens de bloei van een hoofdje witte bloemen heeft die later aan het eind van de bloei kleuren naar roze en rood. Men heeft wellicht ooit gedacht dat het een bastaardering zou kunnen zijn van de Witte klaver en de Rode klaver.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Basterdklaver en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 139

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 372-373. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 354.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 764-765.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Trifólium hýbridum.