In de zeereep en dan met name in de begroeiing waarin Helm domineert tref je een vlezige plant aan, Zeewolfsmelk, Euphorbia paralias. Net als alle Wolfsmelken heeft de plant wit, giftig, melksap als je iets van de plant afbreekt en ook de bloeiwijze heeft de wel heel eigen samenstelling en vorm die zo kenmerkend is voor het hele geslacht. Onderaan is de voet van de stengel verhout. De vlezige en dikke lijnvormige bladeren zijn uitstekend bestand tegen de uitdrogende werking van de soms harde wind aan de kust.
De Zeewolfsmelk, Euphorbia paralias L., is een overblijvende plantensoort uit de Wolfsmelkfamilie of Euphorbiaceae.
Hij komt van nature voor aan de kust van Europa en Noord-Afrika en in Nederland is hij alleen algemeen aan de kust in het Deltagebied, onder meer van Voorne-Putten, maar ook noordelijker tot voorbij Wassenaar. Sinds 2008 is de plant ook te vinden in de duinen bij Santpoort en sporadisch wordt ze gevonden tot op Schiermonnikoog. Het is in beginsel een soort die tot de Zeereep beperkt is, waar je ook Helm aantreft. Een enkele keer vind je de plant op de stenige boulevards langs de kust.
De plant wordt 30-60 cm hoog en heeft een diepe verhoutende penwortel en stengelvoet. De blauwgroene, dikvlezige bladeren staan verspreid aan de vanaf de wortel rechtopstaande stengels. Ze zitten dicht op elkaar. De bladeren zijn 1-3 cm lang en 1-6 mm breed. Ze hebben een gave rand.
De plant is eenhuizig en bloeit in de voorzomer van mei tot juli. Wat je als bloem beschouwt is eigenlijk een samenstel van een aantal gereduceerde bloemen. Het meest opvallend is de vrouwelijke bloem die bestaat uit een bovenstandig vruchtbeginsel met drie stempels. Deze vrouwelijke gereduceerde bloem staat in een bekertje. In dat bekertje vind je ook een aantal tot meeldraden gereduceerde mannelijke bloemen. Meestal 4. Aan de rand van het bekertje zitten gele honingklieren, zogenaamde randklieren. Ze lijken wat op halve maantjes met twee hoorntjes. Onder het bekertje zitten twee schutblaadjes. Zo'n bloem heet cyathium.
De ingewikkelde bloeiwijze bevat een groot aantal van deze cyathia. Deze bloeiwijzen hebben de opbouw van een gevorkt bijscherm. Aan de stengeltop zitten twee tot negen van die gevorkte bijschermen. De schutbladen onder de bloempjes lijken net normale blaadjes. De bloemen worden bestoven door insecten, vooral door mieren. De vruchten zijn explosieve driekluizige doosvruchten met één gerimpeld zaadje per kluis. Het zaad is rijk aan olie en het heeft een mierenbroodje, waardoor het door mieren versleept wordt.
MM_120303
Laatste wijziging 130419
De in Nederland zeldzame Zeewolfsmelk is een soort waarvan het verspreidingsgebied zich rond de Middellandse Zee en aan de Atlantische kusten bevindt. De soort is dan ook, zoals beschreven in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, een belangrijke soort van de
23 Helm-klasse
23Ab1 Helm-associatie
Het witte sap van Zeewolfsmelk is, net als het witte melksap van alle plantensoorten uit het geslacht Wolfsmelk, giftig voor mens en dier.
Cyathium
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Zeewolfsmelk verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 16.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 346. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 415.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Euphórbia parálias