In duinvalleien en op zogenaamde groene stranden achter de eerste duinen in onze kustgebieden, zoals op de Waddeneilanden, valt de zomerbloeier Strandduizendguldenkruid, Centaurium littorale, al snel op door zijn roze tot vleeskleurige bloemen. Wat later verkleuren de groene vierkante stengels tijdens het ouder worden naar oranje.
Door zijn opvallende vorm en roze tot vleeskleurige bloemkleur is Strandduizendguldenkruid, Centaurium littorale (Turner ex Sm.) Gilmour, uit de Gentiaanfamilie of Gentianaceae, een opvallende soort in de groene graslanden op brak zand en in de jonge duinvalleien dicht bij zee.
De niet al te groot wordende een- of tweejarige planten vormen een rozet waarmee ze kunnen overwinteren. Uit de rozet komt een vierkantige stengel te voorschijn. Deze heeft vier smalle lijsten. Naar boven toe vertakt de stengel in de bloeiwijze als een bijscherm, zoals we dat bij de plantensoorten uit de Anjerfamilie kennen. De kroonslippen van de vergroeide kroon zijn langer dan 0,5 cm. De bloem die in de as van de stengel of van de vertakking staat heeft bijna geen steel. Als de bloem open gaat blijken kroonbuis, het vergroeide deel van de bloemkroon, en kelk ongeveer even groot te zijn. Hierin onderscheiden de bloemen van Strandduizendguldenkruid zich van die van Echt duizendguldenkruid. De kelk van deze laatste reikt tot halverwege de kroonbuis. Op de lange dunne stijl staat een schijfvormig stempel dat goed zichtbaar is in de kroon. In het eenhokkig vruchtbeginsel ontwikkelen zich na bevruchting twee rijen van zaden uit de zaadknoppen. De uitgegroeide doosvrucht is ongeveer even lang als de kelk. In de bloem zitten geen honingklieren maar onder in de bloem is een saprijk weefsel gevormd. Er worden dan ook veel insecten aangetrokken, die en passant voor de bestuiving zorgdragen. Aan de meeldraden valt op dat de helmhokken als ze hun pollen kwijt zijn schroefvormig draaien.
De bladeren staan kruisgewijs aan de stengels en ze zijn lang en smal; meestal hebben ze maar een nerf. De onderste zijn hooguit 3-5 mm breed en hebben drie onduidelijke nerven. Bij Echt duizendguldenkruid zijn de rozetbladeren wel 1-2 cm breed en hebben 5 duidelijke nerven.
Op de kelkslippen en de bloemsteel zijn bij Strandduizendguldenkruid talrijke fijne papillen zichtbaar als je een goede loep gebruikt.
Weliswaar vind je de soort niet op het strand, maar wel dichtbij, in de duinvalleinen die iets verder van zee afliggen. Het is opvallend hoe de soort van jaar tot jaar een beetje van plaats kan wisselen als gevolg van het dynamische pioniermilieu.
Aan het einde van de bloeitijd verkleuren de planten naar oranje.
MM_130103
De Gentianenfamilie is een familie die over de heel aarde te vinden is in de gematigde zones. Strandduizendguldenkruid is een kenmerkende soort van de brakke zandgronden in duinvalleien en de groene stranden dicht aan zee, maar met elders opgespoten zand dat van de kust afkomstig is, kan de soort ook op andere plekken gevonden worden. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijven de soort als naamgever van
27Aa2 Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia
Door de bittere stoffen die in de planten van Strandduizendguldenkruid voorkomen, zijn ze beschermd tegen vraat. De zaden kiemen pas in de lente als er eerst wat regen gevallen is, zodat het brakke milieu dan verzoet is. Als de wortel diep genoeg is gegroeid en het diepere zoete water bereikt, is de soort redelijk zoutbestendig.
Naast Strandduizendguldenkruid kennen we in Nederland en België nog twee andere soorten uit dit geslacht uit de Gentianenfamilie, namelijk Fraai duizendguldenkruid en Echt duizendguldenkruid.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Strandduizendguldenkruid verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 90.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 478-479. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 573-574.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 951.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Centáurium littorále