Klokjesgentiaan, Gentiana pneumonanthe, heeft klokvormige bloemen, die meestal alleen, soms met z'n tweeën, staan aan het boveneind van de stengel en ook wel in de oksel van een der tegenover elkaar staande bovenste bladparen. De planten worden steeds zeldzamer, omdat het typische milieu, natte heide en blauwgrasland, waarin ze gedijen steeds zeldzamer wordt.
Gentianen zijn tamelijk zeldzaam in onze inheemse flora. Klokjesgentiaan, Gentana pneumonanthe L. uit de Gentiaanfamilie of Gentianaceae, is een meerjarige plantensoort van Blauwgraslanden en vochtige heiden, plantengemeenschappen die in omvang steeds kleiner zijn geworden door zogenaamde ontginningen en door waterstandsverlaging ten behoeve van de landbouw.
De planten zijn onbehaard. Aan de rechtopstaande stengels staan de lancetvormige tot lijnvormige bladeren tegenover elkaar. Ze hebben één of drie nerven. Er zijn geen vergroeide schedes aan de onderste bladparen, zoals dat voorkomt bij Kruisbladgentiaan. De bloemen staan alleen of soms met z'n tweeën bij elkaar boven aan de stengel en verder ook in de oksels van een van de bovenste bladparen. Het totaal aantal bloemen aan een plant kan wel tot 10 reiken, maar dat zie je erg zelden.
De bloemen zijn tamelijk groot en de bloemkroonbladen die buisvormig zijn vergroeid zijn blauw van kleur. De vijf vrije bloemkroonslippen staan klokvormig naar buiten gebogen. Aan de buitenkant op de bloemkroon tref je vijf groene strepen aan en de binnenkant is bezet met groene stippen. De vijf meeldraden zijn met de kroonbuis vergroeid en wel zo dat ze afwisselend staan met de vergroeide kroonbladen. Het bovenstandig vruchtbeginsel draagt een stijl met stempel met twee lobben, vrijwel zonder stijl, en na bevruchting door bezoekende langtongige insecten als hommels en vlinders groeit dit uit tot een meerzadige doosvrucht. Ook de kelkbladen zijn met elkaar over een flinke lengte vergroeid. Mocht er geen succesvol bloembezoek zijn, dan treedt zelfbevruchting op doordat de twee stempellobben een beetje doorgroeien en stuifmeel of pollen aflikken van de helmhokken. Na de bloei groeit er onder het vruchtbeginsel een soort van steel uit die het tot doosvrucht ontwikkeld vruchtbeginsel naar boven toe duwt en zelfs boven de verwelkte kroon uit brengt. Als de doosvrucht geopend is kunnen de zaden door beweging in de wind worden verspreid.
MM_210117
Klokjesgentiaan komt voor in de gematigde streken van Europa tot in het midden van Siberië. Op een aantal Waddeneilanden vind je ze in duinvalleien en verder ook in laagveengebieden, maar ook daar neemt hun aantal af.
Aan de wortelstok kunnen in de nazomer jonge scheuten met kruisgewijs staande schubben ontstaan. Tijdens de winter, als de planten vaak in het water staan, groeien deze al kruipend over de bodem of tussen het mos verder, waarna ze later omhoog buigen en nieuwe volwassen planten vormen. Dit zijn dus wel echte klonen.
Zeldzaamheid
Klokjesgentiaan was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017; de soort staat als 'gevoelig' vermeld in de Heukels' Flora van Nederland (2020).
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van de Klokjesgentiaan verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 93-94.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Duistermaat, L (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 574.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 950.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Gentiána pneumonánthe.