Aan de armbloemige trossen die in de oksels van de verspreid staande bladeren te vinden zijn herken je Heggenwikke, Vicia sepium. De veerdelige bladeren eindigen in vertakte ranken, waarmee de plant in de vegetatie omhoog klimt. De deelblaadjes van de bladeren zijn het breedst onder het midden. De kleur van de 1,5 cm grote bloemen is fletspaars met een zweem rood erin.
Een meerjarige, overblijvende klimplant uit de Vlinderbloemenfamilie is Heggenwikke, Vicia sepium L..
De kruipende wortelstok met uitlopers zorgt ervoor dat de plant voldoende reserves kan opslaan, zodat ze langere tijd op een plek kan blijven bestaan. Door het bezit van wortelknolletjes, waar Rhizobiumbacteriën in leven die vrije stikstof uit de lucht kunnen binden, is ook Heggenwikke een plant die te beschouwen is als een bodemverbeteraar.
De stengels en even veerdelige bladeren zijn heldergroen van kleur. Met de vertakte ranken waarin de middennerf van de bladeren eindigt kan Heggenwikke gemakkelijk in de vegetatie omhoog klimmen. De bladeren staan verspreid aan de stengels en op de plaats waar ze aan de stengel zijn aangehecht zitten twee steunblaadjes. De veerdelige bladeren hebben tenmiste zes deelblaadjes. Deze deelblaadjes zijn het breedst onder het midden.
In de oksels van de bladeren staan de bloeiwijzen. Het zijn armbloemige trossen met hoogstens vijf bloemen, die ongeveer 1,5 cm groot zijn. De kleur van de kroonbladen van de bloemen is fletspaars met een zweem rood. De behaarde kelktanden zijn zeer ongelijk van grootte, waarbij de bovenste veel korter zijn dan de lengte van de kelkbuis. Het vruchtbeginsel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een zwarte peul. De peulen glanzen en zijn onbehaard.
De redelijk algemeen voorkomende Heggenwikke geeft de voorkeur aan vochtige redelijk voedselrijke bodems met wat kalk erin. Ze staat vooral langs heggen en struwelen, in bosranden en in lichte loofbossen, maar ook in bermen en langs waterkanten. Ze mijdt zoute en brakke gronden.
MM_140726
Het verspreidingsgebied van Heggenwikke is Europa en het aansluitende gematigde deel van Azië. In het gebied rond de Middellandse Zee echter komt de soort veel minder voor. In bepaalde gebieden van onze contreien vind je redelijk veel Heggenwikke, zoals in Zuid-Limburg en de aangrenzende delen van België. Ook in de stroomdalen van de grote rivieren komt ze behoorlijk veel voor. Verder zijn er nog wat lokale plaatsen waar grotere aantallen van Heggenwikke te vinden zijn, maar elders tref je de soort niet of nauwelijks aan, zo ontbreekt de soort op de Waddeneilanden. Heggenwikke groeit op half-beschaduwde of grazige plaatsen met een niet-zure bodem.
Bij goed kijken naar de steunblaadjes van Heggenwikke kun je aan een kant een ronde bruine vlek zien. Als je bij zonnig weer kijkt kun je zien dat die vlek wat vocht afscheidt. We noemen dit een extra-floraal nectarium. Een klier buiten de bloem die nectar afscheidt. Deze extra-florale nectariën trekken insecten aan, zoals onder meer mieren. Wat de functie precies is, is nog onbekend. Mogelijk schrikken zoogdieren van de mieren en eten daarom niet van Heggenwikke.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van de Heggenwikke en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 121
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 363. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 343.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 773.