Toen er in 1845 een vat met cranberry's aanspoelde op het strand van Terschelling, wist men nog niet precies wat men met de rode bessen aanmoest. Al snel dook het de vrucht echter overal op en werd het geroemd om zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen.

In de vochtige duinvalleien van Terschelling, Vlieland en ook steeds meer in de binnenlandse venen komt de, uit Amerika afkomstige, heidesoort veel voor. De officiële Nederlandse naam is de Grote Veenbes (Vaccinium macrocarpon), wat impliceert dat er ook een kleine variant is. En inderdaad, er is ook een inheemse soort, de Kleine veenbes (Vaccinium oxycoccos). De Kleine veenbes lijkt in veel opzichten op de Cranberry maar is vanzelfsprekend een stuk kleiner.

Het plantje is vooral te vinden tussen het natte veenmos (Sphagnum) in plaats van de iets zanderige bodem van de natte duinvalleien. En hoewel zelfs de smaak ongeveer hetzelfde is, komt de Kleine Veenbes minder voor in gebakjes, drankjes en andere Terschellinger producten, waar nog steeds de voorkeur wordt gegeven aan de, uit Canada geïmporteerde, typische Terschellingse Cranberry.

Tekst en foto door Nils van Rooijen, 3 juni 2018, © Flora van Nederland