De groep van de Naaldbomen, of Coniferales, omvat een drietal families die tot de Naaktzadigen behoren.
Naaldbomen hebben geen vlakke bladeren, maar naaldvormige of schubvormige bladeren. De Dennenfamilie omvat een groep eenhuizige bomen. De naaldvormige bladeren staan verspreid aan zijtakken of in een bundel van 2-5 op zogenaamde kortloten.
De vrouwelijke bloemen bestaan uit twee schubben en staan spiraalvormig gerangschikt in opvallende kegels. De mannelijke bloemen staan ook in kegels die soms verenigd zijn tot aren. Na het vrijlaten van de pollen vallen ze snel af. De meeste bomen uit de dennenfamilie zijn altijd groen, maar er zijn ook een paar soorten die ieder jaar hun bladeren laten vallen. De bomen of struiken uit de Cipresfamilie hebben schubvormige bladeren. De Taxusfamilie kent in ons land een altijd groen blijvende soort, de Taxus, die tweehuizig is. De vrouwelijke struiken of bomen kenmerken zich door rode besachtige vlezig zaadomhulsel.