Een Walstrosoort die grote dichte matten vormt met op de grond liggende stengels zonder bloemen en alleen opstijgende stengels met witte stervormige bloemen is Liggend walstro, Galium saxatile. De kransen van lijnvormige blaadjes aan de opstijgende stengels zitten met 6 of meer in een krans en de kransen staan behoorlijk ver uit elkaar. Terwijl de bladeren aan de liggende stengels meestal kransen van vier of vijf vormen en deze kransen staan heel dicht op elkaar. De lijnvormige bladeren zijn hoogstens 1 cm lang, maar aan de opstijgende stengels groter dan aan de liggende.
Aan de kleine smalle bladeren die in kransen aan de gladde vierkantige stengel staan is gemakkelijk te herkennen dat we met een Walstro te maken hebben. Liggend walstro, Galium saxatile L., uit de Sterbladigenfamilie is verder gemakkelijk te herkennen aan de twee typen stengels.
De liggende stengels hebben kransen met 4, soms 5 smalle bladeren tot 1 cm lang en deze kransen van bladeren staan heel dicht op elkaar. Door de vertakkingen vormen deze liggende stengels hele matten, die vrijwel alleen bestaan uit Liggend walstro. De stengels van deze meerjarige planten zijn helemaal glad.
Het andere type stengel is opstijgend en kan tot zo'n 30 cm hoog worden. Hieraan staan kransen van 6, 7 of 8 bladeren die wat groter zijn dan de bladeren aan de liggende stengels. De kransen aan deze opstijgende stengels staan veel verder uit elkaar. In de oksels van de bladeren staan trossen met daarin de witte bloemen.
Deze stervormige viertallige bloemen zijn klein. De hele bloemkroon is slechts 2,5 tot 4 mm in doorsnee. Kelkbladen zijn niet te zien. De vier meeldraden staan ingeplant op de vergroeide kroon en wel zo dat ze tussen de kroonslippen staan. Het onderstandig vruchtbeginsel heeft twee stijlen met stempels en groeit uit tot een tweedelige splitvrucht. Deze splitvrucht is dicht bezet met wratten.
Liggend walstro is gebonden aan schrale tamelijk zure bodem. Ook is het droog waar de plant staat. Je treft de soort dan ook aan in heiden, op kapvlakten en arme bossen. Ook vind je haar wel in droge zandige bermen.
MM_130805
Het areaal van Liggend walstro is West-Europees en strekt zich uit van Midden-Portugal tot westen van Noorwegen. Naar het noordoosten toe trekt het zich uit tot rond de Oostzee. In Nederland en België vind je de soort vooral in de pleistocene gebieden en het verspreidingsgebied loopt dan van de Belgische Kempen tot in Drente. In de duinen komt het lokaal voor en ook wel op zand, aangevoerd voor de aanleg van spoorwegen wegen elders. Het wordt in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland als kensoort en differentiërende soort beschreven van de
19 Klasse der Heischrale graslanden
19Aa Verbond der Heischrale graslanden
19Aa1 Associatie van Liggend walstro en Schapengras
41Aa1 Gaffeltandmos-Jeneverbesstruweel
De trosvormige bloeiwijze die algemeen is voor de Walstrosoorten, lijkt bij het Liggend walstro in de richting van een schermachtige bloeiwijze te gaan.
Walstro werd vroeger gebruikt als vulling voor de kussens van kinderbedjes. Het Middeleeuws-Duitse Wal betekent ook wiegje . Het liggend karakter van deze Walstroplantensoort komt in de Nederlandse naam goed tot uitdrukking. Galium hangt samen met het Griekse gala waar melk mee aangeduid wordt. Walstro werd oudtijds gebruikt om de melk te stremmen. De soortnaam saxatile is afgeleid van het Latijnse saxum voor rots en wijst aldus op het voorkomen op rotsen (met dank aan Jan van Twisk).
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Liggend walstro verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 111.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 476. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 580.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 982.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Gálium saxátile.