Gewone zoutmelde - Atriplex portulacoides

Op zilte bodems langs bijvoorbeeld kreken in de estuaria van Zeeland, en op het Wad tref je Gewone zoutmelde, Atriplex portulacoides aan. De plant heeft heel warrige, sterk vertakte stengels die in het onderste gedeelte verhouten. De bladeren zijn grijsgroen van kleur, vlezig, elliptisch van vorm en hebben een gave rand. De bloeiwijzen zijn kluwenvormig, de kleine bloemen staan dicht opeengedrongen. Om er details aan te zien moet je wel een loep gebruiken, maar de plant is gemakkelijk te herkennen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een echte zoutplant is de meerjarige Gewone zoutmelde, Atriplex portulacoides L. uit de Amarantenfamilie of Amaranthaceae. In oudere flora's wordt de soort ingedeeld bij de Ganzenvoetfamilie en staat bekend onder de wetenschappelijke naam Halimione portulacoides.

Gewone zoutmelde heeft een sterk vertakte groeivorm, waarbij het onderste deel van de warrige plant verhout is. De sterk vertakte stengels kunnen wel een lengte bereiken van meer dan een meter, ze liggen door elkaar maar kunnen ook opstijgend tot rechtopstaand zijn.

Aan de stengels staan de bladeren tegenover elkaar, ze zijn ellipsvormig tot spatelvormig, vlezig van structuur, dat zien we vaak bij zoutplanten, en grijzig, groenig tot witmelig van kleur. Ze hebben een gave rand en missen steunblaadjes. In de oksels van de bladeren staan vaak korte niet bloeiende zijstengels met een paar bladeren.

De bloeiwijzen zijn echte kluwens: dikke pakketjes van kleine bloemen staan aan de uiteinden van de opstijgende tot rechtopstaande stengels en vormen daar gelige pluimen. De meeste bloemen zijn eenslachtig, dus óf ze hebben binnen hun bloemdek alleen meeldraden, meestal 4 of 5 óf ze hebben een bovenstandig vruchtbeginsel met twee stijlen. De vrouwelijk bloeiende bloemen hebben geen bloemdek, maar de twee piepkleine steelblaadjes groeien om de dopvrucht heen en vormen een soort beursje om de vrucht die op een zaad lijkt. Let wel ze blijven klein. De bloemen produceren geen nectar, zijn ook niet gekleurd en trekken dan ook geen insecten aan. Bevruchting kan door de wind plaatsvinden, hoewel het pollen nogal plakkerig is. Zelfbestuiving lijkt het belangrijkste voortplantingsmechanisme te zijn.

Mannelijke meeldraadbloemen en vrouwelijke stamperbloemen staan door elkaar heen in de kluwenachtige bloeiwijzen.

MM_240827

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Melde - Atriplex
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.25 - 1.50 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
geel, bruin
Bloeiwijze:
kluwen
Bloemvormen:
nvt, bloemdek
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
-
Meeldraden:
4 of 5
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
dopvrucht
Zaden:
nootje
Stengels:
rechtopstaand, liggend
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvormen:
spatelvormig, elliptisch
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied van Gewone zoutmelde is Europa, het westen van Azië en het noorden van Afrika. Langs de kust vind je de soort vooral in het Waddengebied en in de estuaria in het zuidwesten van Nederland.

De plantensoort 'Gewone zoutmelde' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Gewone zoutmelde kan een sterk overheersende begroeiing vormen langs kreken en op het schor. De plant is goed bestand tegen overstromingen van zout water als gevolg van de getijdenbewegingen. Ze kan daarbij bij hoge vloed zelfs geheel door zout zeewater overspoeld worden, maar bij gewone getijden valt de bodem voldoende droog en kan er lucht in de bodem doordringen.

Meer informatie over de ecologie van Gewone zoutmelde en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 167-168; in deze Oecologische Flora wordt de wetenschappelijke naam Halimione portulacoides gebruikt.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 305. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 506.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 421. In deze flora wordt de oudere wetenschappelijke geslachtsnaam Halimione gebruikt.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Átriplex portulacoídes.