Pilvaren, Pilularia globulifera, herken je aan de dunne draadvormige bladeren met onderaan twee bladeren een rond sporenkapsel. Bladeren en sporenkapsel zitten op een kruipende wortelstok, in de situatie dat de varenplant op het droge staat, of de plant zweeft indien ze ondergedoken staat in water van bijvoorbeeld een sloot of ven. Het sporenkapsel verandert van groen naar zwart als het rijpt. Het is ook behaard.
Een door zijn beperkte grootte weinig opvallende en zeldzame varensoort is Pilvaren, Pilularia globulifera L., uit de Pilvarenfamilie of Marsileaceae.
De stengel is als een rhizoom of wortelstok te herkennen. Hij is dun en draadvormig en ligt op de zandig-lemige bodem of zweeft in het water. In de situatie van een droge bodem kruipt het rhizoom over die bodem en hecht in de bodem met wortels. Hij is groen van kleur en onbehaard. Op de plaatsen waar aan de wortelstok bladeren met aan de voet een sporenkapsel staan, is die wortelvorming aan de rhizoom/wortelstok de bodem in ook goed waarneembaar.
De draaddunne bladeren zijn opstijgend en staan in twee rijen aan de wortelstok, met twee of meer bij elkaar en in de tijd dat de sporenkapsels gevormd worden vind je deze aan de voet van die dunne bladeren. Staan de varens droog dan bereiken die dunne bladeren een lengte van ongeveer 9 cm, maar als de varen in het water zweeft kan die lengte groter zijn. De bladeren ontrollen zich en strekken dan uit.
Het sporenkapsel of sporocarpium is bolvormig of pilvormig en zit onderaan een tweetal bladeren aan de wortelstok op een heel kort steeltje, meestal een mm lang. Het sporenkapsel is 3 tot 4 mm groot. Het is behaard en bij rijpheid wordt het zwart van kleur. De sporen die tevoorschijn komen als het rijpe sporenkapsel openspringt worden door slijm omhuld. Binnen een sporenkapsel onderscheid je micro- en macrosporangiën. Per microsporangium zijn er veel microsporen en per macrosporangium is er slechts één macrospore.
MM_231107
Pilvaren vestigt zich graag op een voedselarme zandig-lemige bodem. Bijvoorbeeld als bij het herstel van een ge-eutrofiëerd ven de onderliggende bodem is vrijgemaakt bij een poging om het natuurlijke ven te herstellen. Ook kun je Pilvaren tegenkomen op drooggevallen plakken als het oppervlakte water in de zomer verdampt is, zoals karresporen en afgravingen, sloten en vennen.
Het verspreidingsgebied in Europa is vooral in het deel langs de Atlantische oceaan, waar de soort in laaglandvennen voorkomt. In onze contreien vind je de soort vooral in het oosten van Nederland, in Noord-Brabant en de aansluitende Kempen in België. Volgens de meldingen in waarneming.nl lijkt Pilvaren in Nederland toe te nemen, een tendens die elders in Europa omgekeerd lijkt. De toename in het aantal atlasblokken in Nederland van 216 naar 352 in 2020 is opmerkelijk en wellicht toe te schrijven aan betere herkenning van de soort.
Meer informatie over de ecologie van Pilvaren en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 52
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 59. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 70.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 175.
Haveman, R. et al. (2021) Nova Flora Neerlandica, deel 1 Wolfsklauwen, Biesvarens, Paardestaarten en Varens. KNNV Uitgeverij: 104-106.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Pilulária globuliféra