Een opvallende grijsgroene grasachtige plant met rechtopstaande stengels waaraan de lange lijnvormige en scherp tot ruwe bladeren staan is Galigaan, Cladium mariscus. De plant staat aan oevers, in veen en moerassen. Bloeiend valt ze op door de kleine bloemen die in aren staan. Deze aren zijn hoofdjesachtig te vinden in de vertakte bloeiwijze.
Galigaan, Cladium mariscus (L.) Pohl, uit de Cypergrassenfamilie of Cyperaceae, herken je aan de hoogte van de grasachtige plant, namelijk 1 meter of meer en aan het feit dat de stengel hol is. Het zijn heel robuuste planten en met hun ruwe bladranden opvallend gewapend. Door een Galigaanbegroeiing proberen heen te lopen is sterk af te raden!
Ondergronds heeft Galigaan een wortelstok die rond de 15 cm onder het maaiveld of de onderwaterbodem te vinden is, vanwaaruit de planten tevoorschijn komen en hele haarden kunnen vormen. Aan de wortelstokken zitten wortels die niet erg diep de bodem in gaan. De planten vallen op door hun grijsgroene kleur en de gladde en lange een cm dikke stengels zijn, behalve hol, rond tot stomp driekantig naar boven toe. Aan de stengels staan de bladeren in drie rijen gerangschikt over de hele lengte van de stengel.
De bladeren zijn lijnvormig tot wel twee meter lang, zoals we voor een grasachtige soort gewend zijn, maar ze zijn tamelijk breed, zo'n 1,5 cm, en dat is wat afwijkend. Het gedeelte van het blad dat om stengel zit is rond maar naar de top van het blad toe is het meer en meer gekield, heeft dus een scherpe vouw en is zelfs aan de spits driekantig. De bladranden en de kiel van het gootvormig blad zijn opvallend ruw door naar voren wijzende kleine stekeltjes, waardoor je je heel snel verwondt aan Galigaan.
Boven in de stengel zitten meerdere pluimvormige bloeiwijzen boven elkaar. Iedere bloeiwijze vertakt en op de vertakkingen die verschillend in lengte zijn staan kluwens van aartjes bij elkaar, wat wel de indruk geeft van hoofdjesachtig. Iedere volledige tweeslachtige bloem in een bruin aartje heeft twee meeldraden en meestal drie stempels en als na de bevruchting nootjes gevormd worden zijn deze ruim 3 mm lang, in omtrek rond en hebben een soort stekelpunt. Hun kleur is glanzend donkerbruin.
MM_211202
Galigaan is een soort die over de hele wereld verspreid is, een zogenaamde kosmopoliet. Ze vormt in de matigde en wat warmere streken behoorlijke gordels op de overgang van water naar oever. Het water is zoet tot licht brak en basisch tot slechts licht zuur.
Galigaan is een zeer bestendige soort, dat wil zeggen dat hij ontzettend lang stand houdt op een en dezelfde plaats. Je vindt dan ook zelden kiemplanten, hoewel er wel eens een nieuwe vestiging tot stand komt.
Nog meer informatie over de ecologie van Galigaan en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 272
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 148. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 158.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Cládium maríscus