Duizendknoopfonteinkruid - Potamogeton polygonifolius

In ondiepe wateren, die stilstaan of licht stromen kun je een van de vele soorten Fonteinkruid, namelijk Duizendknoopfonteinkruid vinden. De drijvende bladeren zijn langwerpig tot ovaal van vorm en de bloeiwijze die bestaat uit een aar steekt boven de waterspiegel uit. De drijvende soms bronskleurige bladeren zijn enigszins leerachtig en ondoorzichtig.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een van de meerjarige Fonteinkruiden met brede drijvende bladeren is Duizendknoopfonteinkruid, Potamogeton polygonifolius Pourr., uit de Fonteinkruidfamilie of Potamogetonaceae.

De plant wortelt in de onderwaterbodem en vormt daar een wortelstok. Aangezien de soort gebonden is aan ondiepe wateren is de plant niet groot, zo tussen de 25 en 60 cm. De stengel ontspruit aan de sterk vertakte wortelstok, die overwintert. De stengel is kort, onvertakt en geleed; aan het onderste deel van de stengel kunnen ook groene bladeren overwinteren die tegen bevriezing bestand zijn. Op de knopen der stengels staan de gesteelde bladeren verspreid ingeplant. De leerachtige, soms bronskleurige bladeren hebben een voet die eerder hartvormig is dan dat de voet afloopt naar de bladsteel, zoals we dat zien bij het Weegbreefonteinkruid. Op die aanhechtingsplaats van de bladsteel aan de stengel staan twee steunblaadjes die ten minste 1 cm maar meestal langer tot maximaal 5 cm kunnen zijn. Hun vorm is smal en langwerpig en ze zijn over de hele lengte even breed met een afgeronde top. De bladeren beneden aan de stengel, die ondergedoken zijn in het ondiepe water zijn niet opvallend netvormig geaderd.

De stengel zet zich voort in de aarsteel waarop de regelmatige viertallige bloemen staan. Een opvallend kenmerk is dat de aarstelen dunner zijn dan de stengel, een mooi kenmerk ten opzichte van het Rivierfonteinkruid dat aarstelen heeft die even dik of zelfs meestal dikker zijn dan de stengel. De bloemen staan dicht op elkaar ingeplant op de aarsteel in een ronde aar. En na bevruchting groeien de bovenstandige vruchtbeginsels uit tot nootjes van 2 mm of iets groter, die op de rug stomp gekield zijn, wat eveneens een onderscheid is met Rivierfonteinkruid, dat grotere vruchtjes heeft die scherp gekield zijn.

De ondiepe wateren waarin Duizendknoopfonteinkruid voorkomt zijn kalkarm en wat zuur, op zandige bodems voorkomende heidevennen, moerasachtige poelen en duinplassen op de hogere pleistocene gronden en in het waddendistrict.

MM_190302

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Fonteinkruid - Potamogeton
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.25 - 0.70 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
aar
Bloemvormen:
viertallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 bloemdek
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
4
Stempels:
4
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengel:
rond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
ovaal
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied of areaal is het westen en midden van Europa. Ook in het noorden van Afrika, met name in het Atlasgebied, en in het noordoosten van Amerika en wel in Newfoundland komt de soort voor.  Maar het zwaartepunt van het areaal moet je toch wel in Europa zoeken waar de soort in Nederland vroeger veel meer voorkwam dan tegenwoordig. We kunnen dat begrijpen als we beseffen dat de soort gebonden is aan kalkarm en zeer voedselarm water. Vooral dat laatste zien we steeds minder in onze contreien.

De plantensoort 'Duizendknoopfonteinkruid' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De verwijzing naar het geslacht Duizendknoop in de naam is te danken aan het volgende verschijnsel. Als het ondiepe water droogvalt groeien de stengels kruipend door en vormen op de knopen nieuwe rozetten van droogbladeren, die overigens veel lijken op de stengelbladeren. Er vormt zich dan een landvorm, die overigens niet in bloei komt en bij sterke uitgroei 'duizendknopig' is. 

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Duizendknoopfonteinkruid, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 245-246.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 96. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 114.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 209.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Potamogéton polygonifólius

In het Duitse taalgebied heet de soort Knöterich-Laichkraut. (Rothmaler W. pp.469)