Vooral aan de vruchten herkennen we de Tomaat, Solanum lysopersicum. En we kennen deze plant als belangrijke leverancier van groente. Maar ook in het wild komt de soort voor en dan herken je de plant eveneens aan zijn gele bloemen en rode vruchten. Meestal zijn de in het wild voorkomende planten verwilderd uit moestuinen of kwekerijen.
De éénjarige plantensoort Tomaat, Solanum lysopersicum L., uit de Nachtschadefamilie of Solanaceae is een echt voedingsgewas geworden in de loop van de afgelopen paar honderd jaar dat de soort uit Zuid-Amerika is ingevoerd in Europa. Je kunt de soort althans voor de andere werelddelen dan Zuid-Amerika, waar de soort inheems is, beschouwen als een neofyt, of exoot.
De planten hebben rechtopstaande stengels die soms enigszins vertakken. De bladeren zijn meestal alle geveerd, hoewel je ook wel eironde bladeren vindt. De geveerde bladeren zijn veerlobbig tot veerspletig. Opvallend is hun erg scheve bladvoet. In de volle zomer bloeien de planten ook in het wild tref je ze bloeiend en vruchtzettend aan, zeker in warme zomers (zie bij 'bijzonderheden'). Ze hebben alleenstaande bloemen, die je snel herkent als typische nachtschade bloemen. De kroonbladen zijn met elkaar vergroeid en geel van kleur. De groene kelkbladen zijn spits van vorm en blijven ook zichtbaar tijdens de vruchtvorming. De helmhokken van de vijf meeldraden zijn met elkaar vergroeid. In de bloem is een bovenstandig vruchtbeginsel dat tweehokkig is. Stijl en stempel vallen na bevruchting af en vind je dus niet meer terug.
Het meest bekend zijn de tomaten, dat zijn de bessen, die de vruchten zijn van de Tomaat. In de tomaat herken je meestal nog het tweehokkig vruchtbeginsel en verder de lijsten met de vele zaden. Het is het vermelden waard om aan te geven dat de tomaten scharlaken rood zijn, maar soms tref je gele of witte tomaten aan.
Dat de Tomaat een belangrijke groente geworden is, behoeft geen betoog.
MM_181120
Tomaat is oorspronkelijk een Zuidamerikaanse soort, die na de 'ontdekking' Amerika door Columbus in 1492 door de Spanjaarden naar Europa is gebracht. Vandaaruit heeft de verspreiding over de hele wereld plaatsgevonden.
Het zal niemand ontgaan zijn: we hebben in 2018 een warme zomer met zeer lage waterstanden achter de rug. De laatste dagen (19 september 2018) lijkt het er echt op dat we de winter tegemoet gaan, maar het peil in bijvoorbeeld de Waal is nog altijd zeer laag. Rijkswaterstaat meldt dat we, na enkele piekjes rond 5 en 16 november weer terug zijn op een peil van 670 cm dat is maar 20 cm hoger dan de lage stand aan het eind van de zomer van ongeveer 650 cm.
Dat heeft ook zijn weerslag op pionierplanten die veel ruimte hebben gekregen op de vrijkomende strandjes en modderige oevers met planten als Naaldwaterbies, Slijkgoen, Riempjes, Druifkruid en Bruin cypergras. Ook onverwachte planten steken en staken hun kop op.
Daar rijpen de laatste tomaten. Beschut voor de wind, in de luwte, beschenen door de zon, aan de zuidzijde van nu hoge kribben. Zaden van tomaat hebben via de ontlasting van mensen aan boord van schepen, hun weg gevonden in aanspoelsel zones. De planten op deze foto hebben een plek gevonden in de grond tussen de basaltblokken waaruit de krib is opgebouwd. Hoe lang ze er al staan? Eind oktober nog volop in bloei, maar ook vol vruchten die het, buiten een tuinbouwkundige verzorging prima doen. We zagen ook verschillen in vruchtvorm: kogelronde, langwerpige en paprikavormige, de smaak liet niets te wensen over.
Deze waarneming is gedaan tussen 16 en 19 november 2018. Een zeldzaamheid van 2018, of gaan we dit de komende jaren vaker meemaken?
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Tomaat verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 187
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 484. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 595.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 852.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Solánum lysopérsicum