Stijf hardgras is een laag blijvende grassoort met een bloeiwijze die het midden houdt tussen een aar en een pluim. In het onderste deel van de bloeiwijze staan de meerbloemige aartjes op vertakte stelen, maar bovenin ontbreken deze vertakkingen. De jonge bladeren zijn opgerold en bij droog weer sikkelvormig gebogen. De planten zijn onbehaard.
Een klein blijvend tot hooguit 25 cm hoog wordend, maar door zijn bouw toch opvallend éénjarig gras is Stijf hardgras, Catapodium rigidum (L.) C.E. Hubb., uit de Grassenfamilie of Poaceae.
Meestal kiemt dit gras in de nazomer en ontwikkelt dan op het meestal stenige of kalkstenige substraat een meerstengelige plant die in de tweede helft van de lente bloeit. Een deel van het zaad kiemt na de winter, ontwikkelt nog lager blijvende stengels dan de nazomer kiemers en bloeit dan eveneens, een waarborg om bij eventueel afsterven door de vorst van de grotere planten toch voor nakomelingen te zorgen.
De bladeren zijn niet borstelvormig, maar de jonge bladeren zijn wel ingerold en sikkelvormig gekromd bij droog weer. Dit kun je als een goed vegetatief kenmerk aan de kleine fertiele planten zien; bij vochtig weer zijn de bladeren vlak en dan zie je dat de top een beetje kap- of bootvormig is, zoals we dat van het heel algemene Straatgras kennen. In tegenstelling tot bij Straatgras zijn de bladeren geribd, maar dwarsnerven ontbreken zowel op de schedes als bladschijven; aan het bovenste stengelblad ontbreken oortjes. Op de overgang van bladschede naar bladschijf staat een vrij lang vliezig, afgeknot en rafelig tongetje van een kleine drie mm lang.
De bloeiwijze houdt het midden tussen een aar en een stijve pluim, waarbij meestal onder in de bloeiwijze aartjes staan met hele korte vertakkingen en bovenin vertakkingen ontbreken. Door deze bouw van de bloeiwijze lijken de aartjes alle aan een kant van de bloeiwijze as of aarspil te staan, een eigenschap die we van Zwenkgrassen kennen. Ieder aartje bevat meer dan 3 vruchtbare bloemen; de kroon- en kelkkafjes zijn 2-2,5 mm lang; het onderste kroonkafje is ongenaald en ook niet stekelpuntig, zelfs wat stomp, maar het is wat langer dan de kelkkafjes; deze laatste zijn op de rug afgerond.
Stijf hardgras staat vaak in de volle zon op plaatsen die door hun stenig karakter snel uitdrogen, waardoor de planten rood kleuren. In toenemende mate zie je dit gras tussen straatstenen in de stedelijke omgeving staan.
MM_210127
Stijf hardgras is een grassoort die rond de Middellandse Zee en op de eilanden in de Atlantische Oceaanzijn areaal heeft met een uitloper in de richting van het westen en noordwesten van Europa. Het meest noordelijk bereik valt in het zuiden van Schotland. Nederland ligt aan de noordelijke grens van dit areaal en dat betekent dat het gras tot in de buurt van Winterswijk doordringt. Ook in Middelburg is het te vinden. In België is het in het hele lagere deel van het land te vinden. In het zuiden van Limburg en ook bij Winterswijk is het een gras van de steile kalkhellingen in kalksteengroeves. Door de begrazing met schapen op de kalkhellingen lijkt het weer terug te komen.
Levend Archief
Een standplaats met voorkeur vindt Stijf hardgras op kalkrichels en om te voorkomen dat de soort geheel en al uit de Nederlandse inheemse flora verdwijnt is er een project gestart, geïnitieerd door het Levend Archief, om zaden die uit verzamelde en opgekweekte wilde exemplaren zijn verzameld te herintroduceren op geschikt geachte groeiplaatsen in voormalige kalkgroeves. In dit zelfde project worden ook soorten als Voorjaarsganzerik, Slanke mantelanjer, Kandelaartje en Tengere veldmuur als zaad uitgezet (De Limburger, 26 januari 2021).
De verovering van stedelijk gebied door Stijf hardgras is toch wel bijzonder. Het staat tussen stoeptegels, straatklinkers en tegen huismuren. Bij uitstek dus warme en droge plaatsen. Verder vind je het ook op spoorwegemplacementen, op parkeerplaatsen tussen grind en op de kades bij losplaatsen. Het stedelijk milieu lijkt steeds meer een interessante plek te worden voor diverse vaak wat zeldzamere plantensoorten (Denters, T. (2020) Stadsflora van de Lage Landen: 293).
Zeldzaamheid
Stijf hardgras was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017.
Nog meer informatie over de ecologie van Stijf hardgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 86-87. In deze oecologische flora beschrijft Weeda de soort met de wetenschappelijke naam Desmazéria rígida.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Duistermaat, L (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 266-267.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 300.
Denters, T. (2020): Stadsflora van de Lage Landen: 293.
Majoor, G.D., O.P.J.H. Op den Kamp, T. de Jong-van Heusden, M.J.M. Martens & R.H.J. Erkens (2020): Natuurlijk Maastricht. Compacte stad in een weids landschap. SNL: pp 285, pp 492.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Catapódium rígidum.