Op kalkhoudende bodems vind je in het grasland een opvallend lila bloeiende Weegbreesoort, de wat zeldzamere Ruige weegbree, Plantago media. De plant lijkt erg veel wat zijn uiterlijk betreft op de Grote weegbree, maar de bladeren en de bloeistengel zijn sterk behaard. Ook valt tijdens de bloei de opvallende lila kleur op van de kleine bloemen in de aar. Met name de ver naar buiten stekende meeldraden met helmknoppen bepalen het aanzien van de bloeiwijze. De welriekende bloemen worden bezocht door allerlei insecten, die pollen verzamelen.
De Ruige weegbree, Plantago media L., hoort tot de Weegbreefamilie. Het is een tredplant, wat goed te zien is in meer open grasland waar de wortelrozet zeer vlak op de grond ligt. In hoger opgaand grasland zie je de plant de bladeren meer schuin omhoog oprichten. De soort lijkt wat de rozet betreft veel op de Grote weegbree, maar hij is veel zeldzamer en veel sterker behaard.
De bladeren van deze meerjarige tredplant staan allemaal in een wortelrozet bij elkaar en zijn elliptisch tot eirond en soms wat smaller. De grootte kan variëren van een paar cm tot zo'n 15 cm in doorsnede. De rand van de bladeren is vrijwel gaaf en de nerven zetten zich voort in de korte steel van elk blad. Het aantal nerven is meestal 5 tot 9 en opvallend is dat ze parallel lopen en verbonden zijn door een netvormige structuur. De stelen en bladeren zijn sterk behaard.
De bloeiwijze bestaat uit een rolronde steel met daarop een aar die niet groter wordt dan 10 - 11 cm. De afzonderlijke bloemetjes zijn dicht opeen ingeplant op de aarsteel. De aarsteel is altijd veel langer dan de bladeren. De bloemetjes hebben witachtige bloemkronen en de wijd buiten de aar uitstekende lange helmdraden vallen op door hun paars-roze kleur en de helmknoppen zijn wit tot lila. De hoogte van de bloeiwijze, en dus de hele plant, varieert van 30 tot 45 cm. Ze bloeit in mei en juni. De doosvrucht bevat 2 - 4 zaden.
De bloemen van Ruige weegbree ruiken naar vanille en trekken dan ook insecten aan die pollen verzamelen. Hommels, bijen, kevers en zweefvliegen bezoeken de bloeiwijze, maar de normale bevruchting geschiedt door de verspreiding van pollen door de wind, net als bij de andere Weegbreesoorten.
MM_110910
Laatste wijziging 130728
Het areaal van Ruige weegbree omvat Europa en de gematigde streken van Azië. De soort is minder algemeen dan de Grote en Smalle weegbree. Ruige weegbree is gebonden aan min of meer kalkrijk of basisch en voedselrijk grasland. Ook op rivierdijkbermen, op rivierduintjes en zandige ruggen in uiterwaarden wordt de Ruige weegbree aangetroffen, maar minder in betreden of bereden wegbermen. Hij komt vooral voor in Zuid- Limburg, de aangrenzende gebieden in België en het Rivierengebied. Elders is de soort zeer zeldzaam en staat dan ook op de rode lijst. Ruige weegbree is een echte stroomdalplant die in ons land terecht is gekomen via verplaatsing uit midden Europa over de droge oevers langs de grote rivieren en een voorkeur heeft voor kalkrijke rivierklei (Westhoff et.al., 1970, Wilde planten, deel 1: 54).
In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland worden de vegetaties beschreven waarin Ruige weegbree een belangrijke, soms zelfs een ken-, soort is
14Bc2 Associatie van Sikkelklaver en Zachte haver
15Aa1 Kalkgrasland
16Bc2 Associatie van Ruige weegbree en Aarddistel
De sterke beharing van Ruige weegbree is een opvallend kenmerk dat de soort onderscheidt ten opzichte van de Grote en de Smalle weegbree.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Ruige weegbree verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 254.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 542. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 660.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 939.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Plantágo média.