De paarsblauwe tot violette bloemen van het Maarts viooltje, Viola odorata, kun je aan het eind van de winter vinden op de bosbodem in onze rijkere bossen. De matten die deze soort met zijn bovengrondse uitlopers vormt vallen dan op. Deze matten laten we in de videodeterminatie duidelijk zien. De bossen zijn dan nog zonder blad en de soort profiteert, als zogenaamde schaduwplant, van het licht en de warmte van de instralende zon, die onbelemmerd de bodem kan bereiken.
Het Maarts viooltje, Viola odorata L., is een zowel in Nederland als België redelijk zeldzame soort uit de Viooltjesfamilie (Violaceae). De plant geurt lekker en wordt derhalve ook wel Welriekend viooltje genoemd.
Het is een zich op de grond verspreidende soort met kruipende stengels. De meerjarige, overblijvende plant is verspreid behaard en de allereerste onder de Viooltjes die in het vroege voorjaar gaat bloeien. Met de bovengrondse uitlopers van de ondergrondse wortelstok vormt het grote groepen rozetten die in de winter groen blijven.
De donkergroene bladeren staan verspreid aan de kruipende stengels; ze zijn hartvormig, rond aan de top en bijna nooit spits toelopend. De bladrand is gekarteld. Onderaan de bladsteel staan twee grote langwerpig-driehoekige steunblaadjes.
De geurige bloem is violet en heeft een witte voet. Er zijn vijf kroonblaadjes, waarvan de twee bovenste elkaar voor een deel overdekken. Dit kenmerk onderscheidt Maarts viooltje van de beide Bosviooltjes, wier twee bovenste kroonbladen elkaar niet overdekken. Het onderste kroonblad van Maarts viooltje draagt een spoor, waarin nectar gevormd wordt die door vroege vlinders wordt opgezogen. Zij zorgen voor de bestuiving. De spoor is langer dan de aanhangsels van de vijf kelkblaadjes. De kelkblaadjes zijn niet spits maar afgerond tot stomp. Het Maarts viooltje bloeit van eind februari/begin maart tot eind mei en soms ook in augustus en september.
De bloemen zijn alleenstaand en staan op een lange steel. In de zomer worden zogenaamde 'cleistogame' bloemen gevormd, net als bij het Bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana). Cleistogame of kleistogame bloemen zijn bloemen die zich niet openen en waarbinnen zelfbevruchting plaatsvindt. Het Maarts viooltje draagt een bolvormige, behaarde doosvrucht waarin kleine, harde, ronde zaadjes zitten. Deze zijn licht geelbruin van kleur.
Het is een van de oudste sierplanten en heeft in Nederland een verspreidingsgebied dat bestaat uit Zuid-Limburg, het gebied van de Grote rivieren en Zuidwest Nederland. Het komt ook van nature voor in de Abelen-Iepenbossen van de binnenduinen en is onderdeel van de stinzenflora van landgoederen.
MM_120304
Laatste wijziging 210520
De Viooltjesfamilie heeft een areaal dat over de hele wereld reikt. In de tropen horen zelfs boomvormige soorten tot de familie. Het geslacht Viola reikt tot in Europa en Maarts viooltje is waarschijnlijk een soort die tot in zuid Nederland reikt. Het is tegenwoordig vooral te beschouwen als een stinzenplant maar komt van nature volgens Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland voor in het
43Aa1 Abelen-Iepenbos
Geur en kleur
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Maarts viooltje en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 210.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 341. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 433.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 552-553.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Víola odoráta