Koningsvaren, Osmunda regalis, is een grote en opvallende varensoort in onze nattere bossen en struwelen. De bladeren die uit de stamvormige wortelstok te voorschijn komen kunnen 2 soms bijna tot 3 meter groot worden. Duidelijk onderscheiden aan de bladeren zijn de gedeelten waaraan de sporen gevormd worden. Ze vormen als het ware een bruine eindelingse pluim aan de bladveer.
Een van de twee, wat grootte betreft én in ons land voorkomende, zeer opvallende varens, is Koningsvaren, Osmunda regalis L., familie Osmundaceae, Koningsvarenfamilie. Werd Adelaarsvaren tot 3 meter hoog, en dat is onbetwist de winnaar, onze plant kan toch bijna 2 m (soms zelfs tot bijna 3 m) hoog worden. Koningsvaren komt door het hele land voor, is plaatselijk vrij algemeen in Noord-, Oost- en Midden Nederland. In de laagveenstreken komt de plant plaatselijk voor, maar minder in de veengebieden van N- en Z-Holland. Ook in het kustgebied en in Zuid-Limburg is ze een zeldzame verschijning. Opvallend is het voorkomen aan de andere kant van de oceaan in gematigd Noord-Amerika.
De standplaatsen zijn arme, zure en natte zand- en veengebieden. Te vinden in een breed scala aan biotopen, van open laagveen tot natte bossen, oevers van meren en beken, sloten, houtwallen en in of langs de randen van greppels.
De grote rechtopstaande bladeren ontspruiten aan een stevige, bijna houtige rechtopstaande wortelstok (rhizoom), dat als een stam enigszins boven de grond uitsteekt. Daarmee lijkt Koningsvaren op een aantal van zijn verwanten, die werkelijk een kleine stam vormen. Voorouders, die verwantschap vertonen met echte boomvarens, komen voor sinds het Perm, meer dan 250 miljoen jaar geleden. Nog meer dan bij andere varens vallen de jonge bladeren op die nog lang, in de vorm van een vioolkrul, uitrollen. De jonge bladkrullen zijn met een fijnmazig net van kaneelkleurige haren bezet. Deze vallen snel af. De buitenste bladeren zijn vegetatief, groot, maar meestal wat kleiner dan de binnenste. Deze enorme, dubbel geveerde, bladeren dragen zijassen van wel 50 cm, zijn lichtgroen en dubbel geveerd. Binnenin ontstaan bladeren die de sporendragende takken vormen. Onderaan staat een paar deelbladen en daarboven een duidelijk van de rest afgescheiden pluim met sporendragende takken.
Van zowel vegetatieve als generatieve bladeren zijn de deelblaadjes relatief groot, met een zijlob aan de basis, waarbij ze eindigen in een stompe punt. De bladrand is heel fijn gezaagd.
De sporenpluimen dragen bol- tot peervormige sporenkapsels, een dekvlies is niet ontwikkeld. De kapsels gaan open langs een spleet aan de zijkant, zodat twee kleppen ontstaan. Hieruit kunnen de sporen verspreid worden.
Koningsvaren staat op de lijst van beschermde planten, niet alleen omdat deze steeds zeldzamer voorkomt. De plant kreeg de beschermde status, omdat hij in zijn voortbestaan werd bedreigd door het verzamelen van rhizoom materiaal als substraat voor orchideeën opkweek. Ook waren de sporenpluimen gezochte objecten voor bloembinders.
GB_120223
Laatste wijziging 130805
Het areaal van de Koningsvaren omvat Europa, Midden-Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Hij is te vinden op veenachtige bodems en langs greppels waar de grond wat vochtig is. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland is beschreven in welke plantengemeenschappen de varen een grote rol speelt. Het zijn de
39 Elzenbroekbossen
36Aa Verbond der wilgenbroekstruwelen
Hoewel minder duidelijk gescheiden als bij Dubbelloof, waar de fertiele en steriele bladeren als aparte bladeren aan een plant zitten, Is er bij Koningsvaren toch een duidelijk onderscheid tussen de bladeren die helemaal steriel dus zonder sporangiën zijn en de bladeren waaraan een deel van de bladveer de sporangiën draagt.
Meer informatie over de ecologie van Koningsvaren en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 29.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 57. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 68.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 173.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Osmúnda regális.