Berggamander - Teucrium montanum

Een zeldzaam dwergstruikje op kalkbodem is Berggamander, Teucrium montanum. De plant groeit kussenvormig op open kalkrots met liggende takken die opstijgen en eindigen in hoofdjesachtig samengetrokken schijnkransen. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch met een opvallende driedelige onderlip en daaraan links en rechts aansluitend de gespleten bovenlip. De kleur van de bloemkroon is lichtgeel tot geel, terwijl de twee gespleten delen van de bovenlip ook nog bruine tekeningen hebben.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een overblijvend dwergstruikje met een diep in de kalkbodem doordringend wortelstelsel is Berggamander, Teucrium montanum L., uit de Lipbloemenfamilie of Lamiaceae. Het is een warmteminnende plant van kalkrichels en kalkrijke open bodems en ze staat dan ook in de volle zon.

De liggende stengels zijn in het onderste gedeelte verhout en ze zijn voor een deel opstijgend waaraan de in schijnkransen, die zo in elkaar gedrukt zijn dat het hoofdjes lijken, met bloemen ontwikkelen. Aan de stengels staan de bladeren tegenover elkaar. De bladeren zijn lancet- tot lijnvormig, bijna naaldvormig; ze hebben gave randen, die omgerold zijn en van boven zijn leerachtig blinkend groen en van onderen witviltig. Het is een ideale bladvorm om weinig water te verdampen. Ook in de winter, want de plant is het hele jaar door groen.

De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch met een grote onderlip die bestaat uit de vijf vergroeide kroonbladen. De middelste lob is groot en de twee zijlobben, die echt tot de onderlip horen zijn kleiner. Deze onderlip is lichtgeel tot geel van kleur. De bovenlip is bij Berggamander gespleten in twee delen, die vergroeid zijn met de onderlip. Deze beide delen wijzen iets meer omhoog en vallen op door de bruine tekeningen die op de gele achtergrond staan. De vier meeldraden, twee lange en twee korte, dus een tweemachtige bloem, steken boven de bloemkroon omhoog en ook de lange stijl met in tweeën gespleten stempel steekt naar boven uit. Het vierdelig bovenstandig vruchtbeginsel groeit uit tot een vierdelige splitvrucht.

De vergroeide kelk is vijftandig en meer regelmatig dan tweezijdig symmetrisch hoewel een tand iets geprononceerder is dan de overige vier.

MM_240812

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Gamander - Teucrium
Plantvorm:
dwergstruik
Plantgrootte:
0.05 - 0.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
bruin, geel
Bloeiwijzen:
hoofdje, bijscherm
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, tweelippig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kelkbladen, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
splitvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, liggend
Schors:
bruin
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvormen:
lijnvormig, lancetvormig
Bladranden:
gaaf, omgerold
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschap:

Het verspreidingsgebied van Berggamander is de zuidelijke helft van Europa en Klein-Azië. Het is een plant van open kalkrichels en rotsen en bereikt nog net Zuid-Limburg. Onze beeldopnamen hebben we, vanwege de zeldzaamheid van deze plant in onze contreien, opgenomen in de Franse Alpen, waar deze soort samen met Echte gamander meer voorkomt dan wij hier gewend zijn.

De plantensoort 'Berggamander' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Berggamander is vanaf 2017 beschermd door de wet natuurbescherming. Door het Levend Archief, dat zich ten doel stelt om ook de zeldzame plantensoorten in Nederland veilig te stellen onder andere door zaad van zeldzame inheemse planten te verzamelen en duurzaam te bewaren, is Berggamander een tijdje gekweekt vanuit de nog bestaande populatie in Zuid-Limburg en zijn inmiddels gestekte planten uitgezet op kalkrichels in het Mergelland. Deze actie heeft destijds veel aandacht gekregen in de landelijke en regionale pers.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Berggamander verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 150-151.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 498. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 606.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 930.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Téucrium montánum