Het is een bezigheid die helaas wat in onbruik is geraakt: het plukken van een veldboeket. Waarom eigenlijk? Wat is er leuker dan in een berm of hooiland je eigen ruiker samenstellen met wat de natuur op dat moment te bieden heeft?
Het mooiste veldboeket vind ik de kroedwisj of kroedwusj, die aan mijn eigen jeugd in het katholieke zuiden herinnert. Letterlijk betekent het woord ‘een bundel kruiden’ en dat is het ook. Een bundel of bos van welgeteld zeven (uiteraard) kruiden, die het hele jaar in huis bewaard werd als beschutting tegen onweer en ander onheil. De samenstelling kwam heel nauw: twee geurende kruiden, twee geneeskrachtige kruiden, twee broodgranen en een boomvrucht. Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare, foto) was als geneeskrachtige plant een vast onderdeel van deze kruidenbundel. De Nederlandse naam van Boerenwormkruid behoeft wat dat betreft geen uitleg. De wetenschappelijke naam is afgeleid van het Griekse athanasia, dat onsterfelijk betekent. Prachtig toch?
In de Limburgse dialecten komen door de plaatselijk verschillende uitspraak de volgende schrijfwijzen voor naast kroedwisj en kroedwusj, namelijk kroedwösj, kroetwösj, kruutwis en kroetwis. Een uitstekende beschrijving van de traditie van het gebruik van de kroedwusj is geschreven door Marika Wilmes van het Herboristengilde uit Maastricht.
Ga verder naar Boerenwormkruid uit de Composietenfamilie
Joop Schaminée, eerste plaatsing 5 oktober 2014 en bijgewerkt op 12 augustus 2023 door Maurice Martens, © Flora van Nederland