De winter is een moeilijke periode voor planten. Veel planten zorgen er dan ook voor dat ze de winter goed doorkomen of deze zelfs kunnen ontwijken. Eenjarige planten ronden hun leven af voor de kou intreedt en zorgen ervoor dat de zaden veilig in de grond zitten. Meerjarige planten moeten de winter echter doorstaan.
Het weinige licht in de winter dwingt de planten om het rustiger aan te doen. Bloeien en groeien kost veel energie en dat is er weinig met de lage temperaturen. Sommige gewassen trekken zich terug in een knol (of bol zoals voorjaarsbloeiers als de Winterakoniet (Eranthis hyemalis)) waar een energievoorraad is opgeslagen om in het voorjaar weer te gaan groeien.
Andere soorten beschermen zich tegen de kou door bladeren te laten vallen en de sapstromen boven de grond te stoppen. Zodra het weer warmer wordt in het voorjaar, wordt de suikerrijke sapstroom weer op gang geholpen, iets waar ze in Scandinavië gebruik van maken door Berken (bijv. Betula pendula) te melken. Andere soorten slaan juist meer suiker op boven de grond. Vergelijkbaar met het strooien met zout, verhogen zij de hoeveelheid suikers in het water in de cellen en verlagen zo de bevriezingstemperatuur.
Daarom zijn de koolsoorten altijd net iets lekkerder tijdens het kerstdiner als de vorst erover heen is geweest. Soorten als de Grove den (Pinus sylvestris), hier op de foto, vertragen hun stofwisseling en vertrouwen op de dikke isolerende waslaag rond de naalden en het zoete vriesbestendige hars in het hout. Gelukkig hebben wij de mogelijkheid om naar binnen te gaan na een mooie winterse kerstwandeling tussen de dappere planten.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 18 december 2018, © Flora van Nederland