In de lente kun je in onze loofbossen met een voorjaarsschaduwflora soms hele plakkaten aantreffen van samengevouwen door en door groene blaadjes met witte bloemetjes van de Witte klaverzuring, Oxalis acetosella L.. De planten blijven erg laag tot zo'n 10 cm boven de strooiselrijke, vochtige bodem. Ze komen heel teer over, maar vallen op door de trechtervormige witte tot roze, met paars tot blauwe aders doorlopen bloemkronen van zo'n cm groot. Op elke bladsteel staan drie hartvormige deelblaadjes, die meestal over de middennerf zijn samengevouwen.
De Klaverzuurfamilie of Oxalidaceae omvat wel 1000 vooral kruidachtige soorten, die we vooral vinden in Amerika, Afrika en het zuiden van Azië. In onze streken komen slechts een paar soorten voor waaronder Witte klaverzuring, Oxalis acetosella L. met witte bloemen en een paar soorten met gele bloemen, zoals de Stijve en de Gehoornde klaverzuring. De naam van deze planten geeft al aan dat ze zuur, oxaalzuur, kunnen maken. Alle Klaverzuringsoorten smaken dan ook zuur-zout en werden en worden, net als veldzuring, wel gebruikt in salades.
Witte klaverzuring heeft ondergronds een uitgebreid wortelstok systeem en blijft het gehele jaar door groen, tenzij de winter erg streng is, waardoor de bovengrondse delen, dan alleen nog de bladmassa, bevriest. In dat geval is de plant in het voorjaar helemaal aangewezen op de voorraad die is opgeslagen in de wortelstok.
Uit de wortelstok komen de tere, wat roodaangelopen stelen in bundels te voorschijn die aan de top drie hartvormige 'klaver' deelblaadjes dragen. Kleine schede-achtige steunblaadjes kun je vinden beneden aan de stengels op de plek waar ze aan de wortelstok zitten. De bladeren zijn verbonden met de steel door gewrichtjes waardoor ze kunnen buigen. Ook kunnen ze over de middennerf van de deelblaadjes buigen, waardoor ze 's avonds en 's nachts in de slaapstand gaan staan. Dat doen ze trouwens ook overdag als er geen zon is of bij regenweer. In het vroege voorjaar als de blaadjes tevoorschijn komen zijn ze lichtgroen van kleur, maar in de loop van het jaar worden ze donkergroen.
Ook de alleenstaande bloemen staan op stelen die uit de wortelstok tevoorschijn komen. Halverwege de bloemsteel vind je twee kleine bladachtige schubjes. Tijdens de bloeiperiode van (eind maart) april-mei kun je de tere bloemen boven de klaverblaadjes uit zien steken. Ze zijn vijftallig en hebben twee reeksen van vijf meeldraden, waarbij er vijf korte voor de kroonbladen en vijf lange voor de kelkbladen staan. De kroonbladeren zijn vrij behalve onderaan. De kleur is wit tot roze en de bladeren zijn met paarse tot blauwe aders bezet. Aan de binnenkant is een dooiergele vlek te zien op de kroonbladeren. Ze vormen samen een soort honingmerk om de bezoekende insecten de weg naar de nectar onderin de bloem te wijzen. Het vijfhokkig bovenstandig vruchtbeginsel draagt vijf stijlen en groeit uit tot een doosvrucht. Als deze bij rijpheid uitdroogt kunnen de zaden weggeschoten worden. Als het later in het voorjaar en zomer donkerder wordt in het bos vind je geen mooie witte bloemen meer, maar als je op het grondoppervlak gaat zoeken je het hele jaar door kleine cleistogame bloemen vinden. Deze blijven gesloten en in de bloemen ontstaat door zelfbestuiving ook zaad.
Je vindt Witte klaverzuring in de ondergroei van Eiken-Beukenbossen op plaatsen waar de ondergrond wat vochtig is.
MM_120402
Witte klaverzuring heeft een verspreidingsgebied dat zich uitstrekt over de gematigde en wat warmere streken van het noordelijk halfrond. Het areaal bestrijkt Europa, Noord-Amerika, Noord-Afrika en en Noord- en Midden-Azië. In de Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland delen Schaminée, J. et al. (2010) Klaverzuring in in de plantengemeenschappen:
42Aa2 Beuken-Eikenbos
43 Klasse der voedselrijke Eiken- en Beukenbossen
De zoet-zure smaak veroorzaakt door oxaalzuur maakt dat Klaverzuring werd en wordt gebruikt in salades. Het verdient wel aanbeveling niet te veel te gebruiken.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Witte klaverzuring verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 6.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 354. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 409.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 588.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Oxalis acetosélla.