Met kleine gele bloemen in het samengestelde scherm zonder omwindsel of omwindseltjes onder de schermpjes tref je soms Venkel, Foeniculum vulgare, aan. De planten hebben gestreepte rechtopstaande stengels en bladeren die in heel fijn slippen verdeeld zijn. Opmerkelijk aan de schede is dat je er aan de bovenkant twee uitsteeksels links en rechts van de 'bladsteel' ziet. Ze lijken wat op een muts.
Een tweejarige, soms meerjarige plantensoort, die we ook als groente kennen is Venkel, Foeniculum vulgare Mill., uit de Schermbloemenfamilie of Apiaceae.
Op de ondergrondse penwortel met zijwortels ontwikkelt zich in het tweede jaar een rechtopstaande ronde en afwisselend wit en groen gestreepte stengel. Deze stengel is van binnen hol, wat je kunt zien als je de stengel doorsnijdt. In het eerste jaar na kieming ontstaat een rozetachtige knol, die bestaat uit rijdende bladeren, en wel hun onderste schedevormig deel. Als zich eenmaal een stengel vormt, vind je verspreid aan die stengel staande bladeren. Deze bladeren hebben een duidelijke schede die aan de top twee duidelijke uitstekende oren heeft. Vanwege de vorm van die oren kun je ze omschrijven als mutsvormig. Ze zijn wit tot vliezig van kleur. De bladeren bestaan verder uit heel fijne draaddunne slippen die het blad een tweevoudig tot meervoudig geveerd aanzien geven. Onder in de plant zijn de bladeren viervoudig geveerd en bovenin enkelvoudig.
Aan de top van de stengel, de planten kunnen meer dan een meter hoog worden, ontstaan de samengestelde schermen met veel schermpjes. Zowel onder het samengestelde scherm als onder de schermpjes ontbreken omwindsel en omwindselblaadjes. De vijftallige kleine bloemen hebben gele kroonbladen. Ze zijn erg klein. Na bestuiving en bevruchting groeien de onderstandige vruchtbeginsels uit tot kleine splitvruchten.
MM_231031
Het oorspronkelijk areaal is het gebied rond de Middellandse Zee. Als keukenkruid en groente is het ook in het westen van Europa terechtgekomen en verwildert uit moestuinen en dergelijke. Min of meer natuurlijk kun je Venkel vinden op natte standplaatsen, bijvoorbeeld aan de rand van kwelgebieden, in de zoom van bosschages. De plant komt ook steeds meer voor in de stedelijke omgeving, waar ze vooral op warmere door de zon beschenen plekken kan staan.
Groente
Venkel wordt vooral als groente gekweekt en smaakt naar anijs. De knol die aanvankelijk op de penwortel ontstaat wordt vooral als groente gebruikt. Venkel moet je om deze knolvorming goed te laten plaatsvinden pas aan het eind van de zomer zaaien. Dan kan zich in herfst en winter de 'knol' vormen. Zaai je Venkel in het voorjaar dan zullen de planten meteen doorschieten en een stengel vormen en gaan bloeien. Uit de moestuin, steeds vaker ook uit stadsgroentetuinen, kan de soort verwilderen. Dat gebeurt meestal met wat hulp van vogels die de splitvruchten eten en elders zaad uitpoepen.
Bergvenkel
In België komt een soort voor die veel lijkt op Venkel; het is Bergvenkel, Meum athamanticum. Deze heeft schermen met witte tot lichtroze bloemen, maar lijkt verder veel op Venkel. Deze soort vindt je onder andere in de Ardennen op natte terreinen.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Venkel en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2:
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 561. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 766.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 645.
Denters, T. (2020) Stadsflora van de Lage Landen, Fontaine Uitgevers: 154.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Foenículum vulgáre