Video Determinatie

Steenbreekvaren - Asplenium trichomanes

Met zijn donkere bladsteel en bladspil is Steenbreekvaren, Asplenium trichomanes, een meer zeldzame soort op onze oude muren. Langs de bladspil staan twee rijen eivormige deelblaadjes. Aan de onderzijde van die deelblaadjes staan de sporangiën, die de vorm van lijntjes hebben.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een meer zeldzame verschijning binnen onze muurvarens is Asplenium trichomanes L., Steenbreekvaren (Aspleniaceae = Streepvarenfamilie). In tegenstelling tot Muurvaren heeft Steenbreekvaren een donkere bladsteel en bladspil. Het blad is ook niet gevorkt of min of meer handvormig samengesteld maar veervormig. Deze soort komt voor in Zuid-Limburg en in stedelijke gebieden (oude muren en gebouwen). Ze ontbreekt in het Waddendistrict. Ze komt in gematigde streken over de hele wereld voor. Steenbreekvaren groeit meestal op beschaduwde muren. Of de plant ook in de volle zon kan voorkomen hangt af van de vochtomstandigheden.

Steenbreekvaren is een kleine wintergroene plant met naar alle kanten verspreid en in bundels uitstaande bladeren, waardoor deze enigszins bolvormig op de muur lijkt te groeien. Uit de wortelstok ontspringt een groot aantal draadvormige bladstelen waarop de kleine, smalle bruinzwarte schubben te vinden zijn. De bladlengte is maximaal ongeveer 20 cm, met een korte bladsteel. Deze is, net als de bladspil, bruinzwart van kleur. Bladsteel en bladspil blijven vaak aan de plant zitten ook wanneer de deelblaadjes al zijn afgevallen. Het enkelvoudig veervormige blad is in omtrek langgerekt, smal elliptisch. Het draagt kleine, tegenoverstaande, vrij tere deelblaadjes. Deze zijn in omtrek enigszins asymmetrisch ovaal en ongeveer 1 cm lang.

De sporen zijn te vinden aan de onderkant van het blad. De sporenhoopjes zijn smal, enkele millimeters lang en staan in aantallen van 4 tot 6 per deelblad. Ze rijpen in de zomer.

GBMM_120227

Laatste wijziging 130805

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Streepvaren - Asplenium
Plantvorm:
sporenplant
Plantgrootte:
0.05 - 0.35 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
-
Bloeiwijze:
sporenkapsel
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
-
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
-
Zaden:
-
Stengel:
-
Schors:
-
Bladstanden:
verspreid, in bundels
Bladvormen:
ingesneden, samengesteld
Bladrand:
gegolfd
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschap:

Het areaal van Steenbreekvaren zijn rotsen van alle gematigde streken van de wereld. In het noordwesten van Europa vind je de soort op oude muren waar een zachte specie gebruikt is. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft de soort als een belangrijke soort in het

21Ab Muurleeuwenbek-verbond

De plantensoort 'Steenbreekvaren' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Steenbreekvaren en Muurvaren komen vaak gezamenlijk voor.

Zeldzaamheid
Steenbreekvaren was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017 en staat nog steeds als 'beschermd' vermeld in de Heukels' Flora van Nederland (2020).

Meer informatie over de ecologie van de Steenbreekvaren en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 36.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 68. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland: 74.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 166.

Haveman, R. et al. (2021) Nova Flora Neerlandica, deel 1 Wolfsklauwen, Biesvarens, Paardestaarten en Varens. KNNV Uitgeverij: 150-154.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Asplénium trichómanes.