Forsythia, soms nog Chinees klokje genaamd, is een opvallende struik die in het vroege voorjaar bloeit met gele bloemen. Deze bloemen verschijnen aan de struik voor dat er bladeren ontluiken. Het is daarom een vooral in tuinen en parken aangeplante soort, die wel eens kan verwilderen, maar dat gebeurt zelden. De groene bladeren komen dus pas na de uitbundige bloei uit de knoppen tevoorschijn. Ze zijn eirond toegespitst en hebben naar de top toe een gezaagde bladrand. Ze zijn ook fijn behaard.
Forsythia, Forsythia x intermedia Zabel, is een struik uit de Olijffamilie of Oleaceae. Het is een veel aangeplante meerjarige soort, die geliefd is vanwege zijn opvallende en vroege bloei met fel gele bloemen.
Soms kunnen de takken, vooral aan oudere planten, behoorlijk dik worden. Ze hebben een geelbruine tot bruine schors die tamelijk glad blijft. Op deze takken komen de bloemen uit knoppen tevoorschijn. Het zijn alleenstaande bloemen, die aan twee zijden van de tak kunnen staan en ze openen in behoorlijke aantallen min of meer tegelijk a an een en dezelfde struik. De uiteinden van de takken lijken dan wel wat op een veelbloemige tros, maar als je goed kijkt zie je dat er geen sprake is van de opbouw van een tros, maar eerder van een kluwen van bloemen.
Pas als de struik al een tijdje in bloei staat botten de knoppen uit en groeien twijgen uit. Deze zijn groen van kleur en bezet met haren. Pas later in het jaar verhouten de twijgen en krijgen ze dezelfde schor als de oudere takken. Aan de twijgen staan de eivormige en spitse bladeren tegenover elkaar en als je de twijg volgt in de richting van de top zie je dat elk bladpaar steeds 90 graden gedraaid staat ten opzichte van het onderstaande paar. De bladstand is dus tegenoverstaand en kruisgewijs. Bij het uitbotten van de bladeren zie je dat de jonge bladeren aanliggend zijn behaard met fijne haren.
De gele bloemen hebben aan de binnenzijde, en wel op het buisvormig vergroeide gedeelte, een oranje streping, die je kunt bechouwen als en honingmerk. Hommels en bijen weten dan ook de nectar onder in de bloem te vinden. De bloemen hebben vier kelkbladen en vier in het onderste deel vergroeide kroonbladen. Deze laatste zijn echter voor meer dan de helft van de langte vrij en deze vrije delen staan als linten naar buiten open. Dat zorgt ervoor dat de bloemen opvallen en aantrekkelijk zijn. De bloemen hebben een bovenstandig vruchtbeginsel met in ons geval een korte stijl met groen bolvormig stempel. De twee meeldraden staan ieder op een kroonblad ingeplant en met hun tamelijk lange en behaarde helmdraad neigen ze naar elkaar toe waardoor de helmknoppen en later de open helmhokken als het ware boven de stempel als een soort bescherming staan. in dit stadium krijgen bezoekende insecten derhalve stuifmeel of pollen mee op hun lijf. Als de helmhokken leeg zijn en afgevallen kan het stempel bestoven worden.
In onze contreien tref je vooral de kruising Forsythia x intermedia aan, met in het geval van de plant die we onder de loep hebben genomen de korte stijl, die een kenemerk is van Forsythia suspensa.
MM_240326
Forsythia heeft zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied in Japan en China. Daar duidt ook de Nederlandse naam Chinees klokje op, die nog wel in oudere flora's wordt gebruikt. Tegenwoordig wordt ook in het Nederlandse spraakgebruik meestal Forsythia tegen deze populaire struik gezegd.
Dimorfie
De Forsythia's in onze tuinen en plantsoenen zijn vrijwel altijd gekweekte soorten of kruisingen van soorten. Het is daarom bijna niet uit te maken met welke exacte soort of kruising je te doen hebt. Ze kenmerken zich allemaal door de opvallende gele bloemen, maar anatomisch met name wat betreft de lengte van de stijl ten opzichte van de lengte van de helmdraden is er variatie mogelijk en kun je twee soorten onderscheiden. Van het Recht Chinees klokje, Forsythis viridissima, komt in Nederland alleen de langstijlige variant voor, terwijl van het Hangend Chinees klokje, Forsythia suspensa, enkel de kortstijlige vorm voorkomt.
Kwekers en specialisten kunnen dan een nadere aanduiding geven, maar dat gaat voor Flora van Nederland iets te ver in detail. Wij beperken ons tot de Forsythia intermedia.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van XX verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3:
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 490. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 631.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 942-943. In deze flora wordt de Nederlandse naam Chinees klokje gebruikt.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Forsýthia súspensa of Forsýthia x intermédia.