Een gemakkelijk te herkennen gras is Eenbloemig parelgras, Melica uniflora. Aan de stengel staat een open pluim met daarin kleine aartjes met daarin slechts één volledige bloem. Zo'n aartje ziet er als een pareltje uit omdat het aartje nogal dik is. Het blinkt als er zonlicht op valt. Het behoorlijk zeldzame gras staat in rijkere bossen.
Een meerjarig gras dat je als een wat zeldzamere soort kunt aantreffen in onze rijkere loofbossen is Eenbloemig parelgras, Melica uniflora Retz., uit de Grassenfamilie of Poaceae.
Het gras valt tijdens zijn bloei in het voorjaar op door de typische bolvormige aartjes. Ze zijn wat bruin van kleur en glimmen net als parels. In zo'n aartje vind je maar één volledige en fertiele bloem en een knotsje dat in feite te beschouwen is als een gereduceerde bovenste bloem en bestaat uit enkel twee kafjes. De aartjes staan recht op de assen van de open pluim die zich boven de gladde stengel voortzet. Na bevruchting vormt zich een korrel of graanvrucht.
De lijnvormige bladeren staan in rijen aan de stengel. Ze zijn van boven fijn behaard. De bladschede is gesloten om de stengel of halm en heeft in plaats van twee oortjes aan de bladvoet een vliezig spits aanhangsel dat tot 4 mm lang kan zijn. Het staat aan de andere zijde van de stengel, dan waar de bladschijf en het tongetje zich bevinden. Het wekt de indruk alsof het tongetje aan de verkeerde kant zou staan. Dit is een kenmerk dat bij geen enkel andere inheemse grassoort voorkomt.
Het gras heeft ondergronds een wortelstok, waarmee de soort zich net als kweek over een grotere oppervlakte kan uitbreiden. Reserves slaat het gras op in de onderste stengelleden, die daardoor verdikken. Daarmee en met zijn wortelstok overleeft het de winterperiode, waardoor het gras meerjarig is en vele jaren zijn plek kan bezetten in de vegetatie waar het staat.
MM_190312
Het is een rode lijst soort die tamelijk zeldzaam is en nog het meest te vinden is in de rijke loofbossen in Zuid-Limburg en de aangrenzende gebieden. Ook in de buurt van Nijmegen is het in de bossen te vinden zoals in het Duivelsberggebied. Het areaal omvat het westen, midden en zuidoosten van Europa, het aangrenzende zuidwesten van Azië en het Atlasgebied in het noorden van Afrika. Dit areaal valt vrijwel samen met dat van de Beuk.
Als bijzonderheid vermelden we hier het voorkomen van Knikkend parelgras, Melica nutans L. net over de grens in België aansluitend bij het zuiden van Limburg. Ook bij Bloemendaal is de soort gespot, waarschijnlijk doordat het daar in een grasmengsel is uitgezaaid.
Nog meer informatie over de ecologie van Eenbloemig parelgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 109
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 218. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 242.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 281-282.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Mélica uniflóra