Video Determinatie

Duits viltkruid - Filago germanica

Op open en zonnige plekken kun je kandelaarvormige planten tegenkomen die wit van de enorme beharing zijn. Duits viltkruid, Filago germanica (of met zijn oudere naam Filago vulgaris), heeft een gaffelvormige vertakking steeds onder een kluwen met hoofdjes. Met name die sterke beharing, we noemen dit viltig, maakt de zeldzame soort gemakkelijk herkenbaar.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Viltkruid als geslacht is goed te herkennen door het algemeen aanzien dat in hoge mate bepaald wordt door de uitbundige witte beharing die over de hele plant te vinden is. Zowel stengels, bladeren als de kluwens met hoofdjes zijn overdadig wit behaard. Het doet sterk denken aan de wat ouderwetse stof die vroeger gebruikt werd om hoeden van te maken en die vilt heet, vandaar de beschrijving viltig behaard en ook de naam van Viltkruid.

Het grootste Viltkruid dat in onze flora voorkomt is Duits viltkruid, Filago germanica L., Het is een soort en geslacht uit de Composietenfamilie. Dat laatste wordt pas echt goed duidelijk als je uit de kluwen een enkel hoofdje vrijpeutert. Een oudere wetenschappelijke naam voor Duits viltkruid is Filago vulgaris Lam..

Zo'n hoofdje heeft een omwindsel en de omwindselblaadjes lopen uit in een lange spitse stro- tot donker kleurige punt. Op de rug van de omwindselblaadjes zit een groene vlek die ongeveer 1/3 van de lengte van het blaadje inneemt. Aan de bovenzijde van die groene vlek is in het vliezig deel soms een wat rode kleuring te zien, die omschreven wordt als wijnrood, maar pas zichtbaar is met een goede loep en de juiste rijpheid van het hoofdje en een goede lichtinval. Je moet daarvoor zo'n piepklein hoofdje helemaal uit elkaar halen; wat eigenlijk alleen maar goed mogelijk is als je over een prepareermicroscoop beschikt. Binnen de min of meer cirkelvormig ingeplante omwindselblaadjes staat een klein aantal buisbloemetjes. Op het kleine onderstandig vruchtbeginsel staat een aantal pappusharen, maar die vallen al zo snel af dat ze zeker geen functie hebben als parachuutje. Soms is de tweetakkige stijl goed te zien die boven een bloem uitsteekt. Het grootste aantal buisbloemen is eenslachtig vrouwelijk. Alleen in het midden van een hoofdje zitten een paar tot vier tweeslachtige viertallige buisbloemen.

Na de kieming van het zaad vormen de planten een rozet; bij kieming in de herfst, wat bij Duits viltkruid voorkomt, overwintert de rozet en in het voorjaar vormt zich dan de stengel, soms zelfs meer stengels. Als de kieming in het voorjaar optreedt blijven de planten meestal wat kleiner. Aan de stengel staan de lancetvormige blaadjes verspreid. Ze zijn onder het midden het breedst en lopen langzaam uit in de top. De nerf is goed zichtbaar aan de onderzijde van de bladeren. De stengel eindigt in een kluwen met tot wel 30 hoofdjes. Elk hoofdje is te herkennen aan de strokleurige naar elkaar toestaande omwindselblaadjes. Onder zo'n kluwen staan geen extra lange bladeren. Wel zie je vaak onder de kluwen meerdere zijtakken ontspringen, meestal drie, die weer eindigen een kluwen met hoofdjes. Dit patroon kan zich een aantal malen herhalen. Door deze gaffelvormige opbouw krijgen de planten wel iets van meerarmige kandelaars.

Als typisch akkeronkruid vestigt Duits viltkruid zich op open, zonnige en zandige bewerkte bodems.

MM_130714

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Viltkruid - Filago
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.40 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, strokleurig
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvormen:
composietenbloem, buisvormig
Bloemtype:
eenslachtig en/of tweeslachtig
Bloembladen:
4 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
lancetvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Duits viltkruid heeft een verspreidingsgebied dat zich uitstrekt over West-, Midden en Zuidoost-Europa en in gebieden van Zuidwest- en Midden-Azië die daarbij aansluiten. De soort is gebonden aan door de mens bewerkte grond, zoals akkers of bouwland en paste uitstekend in het drieslagstelsel, een landbouwsysteem waarbij na twee jaar gebruik als akker een derde jaar volgde waarin de akker braak bleef liggen. In dat laatste jaar hebben met name soorten als Viltkruid de beste kansen. De video-opnamen die wij hebben kunnen maken zijn afkomstig van een rug in natuurgebied Molenplas of Stevolplas bij Stevensweert, waar de soort samen met twee soorten Duizendguldenkruid (Fraai en Echt) voorkomt op een open, droge zandgrond.

Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft Duits viltkruid als een kensoort van het

14Ba Dwerghaver-verbond

De plantensoort 'Duits viltkruid' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Duits viltkruid is een plant die hoort bij het in de Middeleeuwen in gebruik zijnde drieslagstelsel; een landbouwsysteem waarbij na twee jaar teelt van nuttige gewassen het land het derde jaar braak ligt. In dat derde jaar hadden typische akker(on)kruiden de kans om zich te vestigen. Het verdwijnen van dit drieslagstelsel door het gebruik van mest en kunstmest en het toepassen van herbiciden in de landbouw heeft ook het einde betekend van het veel voorkomen van de Viltkruiden.

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Duits viltkruid, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 46-47; hier wordt de oudere naam Filago vulgaris gehanteerd. 

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 595-596; in deze flora luidt de wetenschappelijke naam Filago vulgaris en was de plant nog vermeld op de Rode lijst als 'Ernstig bedreigd'. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland: 707, waarin de huidige naam Filago germanica wordt gebezigd, en waarin de soort van de Rode lijst is afgevoerd.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1055.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Filágo germánica (vh. vulgáris).