Op hellingen van dijken vind je soms een vlinderbloemige soort die zijn naam eer aandoet: Bont kroonkruid, Securigéra vária. De opvallend bontgekleurde schermachtige bloemhoofdjes met witte tot roze, rood en paars gekleurde vlinderbloemen vallen op in de zomermaanden en maken de bloemrijke ruigten op dijken, bermen, verruigend grasland en ook de duinen nog bonter.
Een opvallende, meerjarige en meestal onbehaarde zomerbloeier, die zijn naam eer aandoet is Bont kroonkruid, Securigéra vária (L.) Lassen, uit de Vlinderbloemenfamilie.
De kruidachtige plant heeft opstijgende stengels die nogal vertakt zijn. Aan de stengels staan de oneven geveerde bladeren verspreid. Het aantal paren blaadjes bedraagt 4 tot wel 12 en er is altijd een topblaadje. Ranken ontbreken, hoewel de plant zich soms in heggen tussen andere planten omhoog kan werken.
De bloeiwijzen zijn tijdens de bloei in de zomermaanden erg opvallend. De vlinderbloemen kunnen variëren van wit, waarbij de vlag meestal deze kleur heeft, tot roze, rood en paars, welke kleur meestal aan de kiel en soms ook de zwaarden te zien is. Door deze bonte veelkleurigheid en de plaatsing van de bloemen op de gemeenschappelijke steel is de Nederlandse naam snel verklaard. De kiel is geleidelijk in een spitse punt versmald, waaruit het pollen door het pomp-mechanisme tevoorschijn komt. De bloemen worden door insecten als bijen en hommels bezocht en deze zorgen voor de bestuiving. Na bevruchting groeit het bovenstandig vruchtbeginsel uit tot een wel heel typische, rechtopstaande peul. Deze kenmerkt zich door insnoeringen tussen de langwerpige zaden, die vierkantig aanvoelen. Op de top zit een lange snavel zonder zaden.
Bont kroonkruid bereikt in Nederland de noordwest grens van het areaal. Het is een soort die op matig vochtige en kalkrijke grond staat bijvoorbeeld op dijkhellingen en langs wegen, maar ook op spoorwegtaluds, in de duinen en soms ook wel in heggen. De soort gedijt eveneens op oude muren. Ook door uitzaaiing wordt het tamelijk zeldzaam Bont kroonkruid verspreid.
MM_121207
Het verspreidingsgebied van Bont kroonkruid omvat Zuid, Oost, Midden-Europa en het aangrenzende Zuidwest Azië. Het reikt tot in Nederland, dat de noord-westelijke begrenzing is van deze soort. Het is hier als een adventiefsoort te beschouwen en is, zoals beschreven is in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, een kensoort van het
31Ca Wormkruid-verbond
De bestuiving geschiedt via een mechanisme dat pomp-inrichting wordt genoemd. Pollen wordt in de kiel al vrijgelaten uit de helmhokken en telkens in kleine beetjes uit de spitse top van de kiel geperst. Gaat een insect als bezoeker op de kiel zitten, dan wordt het pollen tegen de buik afgezet. Ook kan door het gewicht van het insect opnieuw pollen naar buiten worden geperst.
De hele plant is giftig!
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Bont kroonkruid en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 152.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 375. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 357.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 770.