Bergbeemdgras - Poa chaixii

Bergbeemdgras, Poa chaixii, is een gras dat opvalt door zijn platgedrukte scheuten die in een pol staan vaak aan de voet van een boom in het loofbos. Door die als het ware platgedrukte groeivorm of habitus staan de bladeren van zo'n scheut als een waaier bij elkaar. De schedes van de grote tot een halve meter lange bladeren zijn door die habitus plat gevouwen en hebben dan ook een scherpe vouw of kiel. Als het gras bloeit kan de open pluim op de lange stengel tot een meter hoog worden.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een meerjarig gras dat je nogal eens aantreft aan de voet van bomen in loofbossen met vochtige bodem is Bergbeemdgras, Poa chaixii Vill., uit de Grassenfamilie of Poaceae. Soms wordt het gras ook wel Bosbeemdgras genoemd een naam die ook goed bij de soort past.

De spruiten, die in een dichte pol bij elkaar staan, zijn plat en daardoor staan de onderste bladeren als een waaier geplaatst aan de ondergrondse delen, een bijwortelstelsel zonder wortelstok. Door die 'platgedrukte' spruiten hebben de bladeren ook een vouw over de middennerf en eindigen in een bootvormige punt, die in twee delen splitst als je de punt tussen duim en wijsvinger laat glijden. De schedes zijn eveneens plat en gevouwen. De bladeren kunnen tot 10 mm breed zijn en bereiken soms lengtes van een halve meter. De rand van de bladeren is lichtgekleurd, lijkt gaaf, maar voelt scherp aan.

Het is het meest forse Beemdgras in onze streken, maar bloeit eigenlijk maar heel weinig. Als het gras bloeit is de pluim tamelijk lang maar heel open. De aartjes zijn drie tot zes bloemig. Wanneer je de bladschijf van een blad dat rond de bloeistengel staat een beetje opzij trekt zie je op de overgang van bladschede naar bladschijf een afgeknot tongetje staan van een tot hoogstens anderhalve mm.

MM_240809

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Beemdgras - Poa
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.25 - 1.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
blauwgrijs, groen
Bloeiwijze:
pluim
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafjes, 2 kroonkafjes
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstanden:
in twee rijen, in rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
bijwortelstelsel
Plantengemeenschap:

Het areaal van Bergbeemdgras strekt zich uit van het noorden van Spanje tot in Roemenië en bereikt in noordelijke richting de Ardennen en het midden van Duitsland. Het komt in Nederland sporadisch voor in de bossen van buitenplaatsen, waar het in de negentiende eeuw wel is uitgezaaid en zich daar handhaaft. Het is eigenlijk een soort van hellingloofbossen en in een dergelijk bos in de Ardennen zijn onze beeldopnamen gemaakt.

De plantensoort 'Bergbeemdgras' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Poa's zijn in het algemeen grassen die flink bloeien, denk maar aan het jaardoor bloeiende Straatgras, dat iedereen kent uit zijn tuin en van stoepen. Bergbeemdgras is in het geslacht wat dat betreft een uitzonderlijk buitenbeentje: het bloeit maar heel sporadisch.

Nog meer informatie over de ecologie van Bergbeemdgras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 92-93.E

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 214. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 270.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 283. In deze flora wordt de Nederlandse naam Bosbeemdgras gebruikt.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Póa cháixii.