Soms een enkele keer in tuinen en verder hier en daar en dan vaak massaal in zanderig, ruderaal terrein, zoals akkers, ruigten in natuurgebieden en op verlaten terreinen, tref je Alsemambrosia of Ambrosia artemisiifolia, aan. De bladeren zijn twee tot driedelig geveerd en lijken op die van andere plantensoorten als Bijvoet en Boerenwormkruid, maar ook op die van de laat in het jaar oranje bloeiende tuinplant Cosmos sulphureus. Maar in bloei is de plant niet te missen de trosvormige bloeiwijze heeft heel karakteristieke hangend hoofdjes met alleen mannelijk bloeiende bloemetjes. De vrouwelijke bloemetjes zitten onder in de plant in bloeiwijzes in de oksels van bladeren en hebben lange stempels.
Alsemambrosia of Ambrósia artemisiifólia L. hoort tot de Composietenfamilie. De soort is uitzonderlijk in die zin dat ze geen fraai gekleurde bloemhoofdjes bezit zoals de meeste composieten of Asteraceae. De bloemen zijn namelijk piepklein en de bestuiving vindt plaats via de wind. Dat is tamelijk uitzonderlijk in deze familie.
De bloemen die mannelijk bloeien en enorme hoeveelheden pollen produceren en vrijgeven aan de lucht zijn te vinden in een trosvormige bloeiwijze die uit een groot aantal naar benden hangende hoofdjes bestaat. Pollen kan daardoor gericht naar beneden vallen, ook als er geen wind is die de pollen mee kan nemen naar een vrouwelijk bloeiend hoofdje. De hoofdjes met vrouwelijke bloemetjes staan helemaal onderin de tros. Ze vallen op door hun relatief lange stempels waarmee het naar beneden vallend pollen kan worden opgevangen. Op die wijze komt de bestuiving en bevruchting tot stand en groeien de vruchtbeginsels uit tot eivormige nootjes van zo'n 2-3 mm die aan de bovenzijde een kroontje hebben van tanden. Met die tanden kunnen ze in de vacht van dieren blijven hangen en zodanig worden verspreid. Het zaad blijft zo'n veertig jaar kiemkrachtig.
De stengel van de Alsemambrosia is aanvankelijk groen van kleur en zacht behaard. Naarmate de plant ouder wordt, kan de stengel later verkleuren tot roodbruin. Vooral als de plant in de zon staat. In volwassen staat kan de eenjarige plant tot 150 cm hoog worden.
De bladeren zijn dubbelveerdelig, maar als de plant tot een fors exemplaar uitgroeit kunnen er ook driedubbelveerdelige bladeren ontstaan. Onderin de plant staan de bladeren tegenover elkaar aan de stengel, maar hogerop in de plant staan de bladeren verspreid. De bladeren zijn aan boven- en onderkant groen van kleur. Ze zijn ook zachtbehaard.
De Alsemambrosia komt niet van nature voor in Europa. De plant is inheems in Amerika, maar is voor het eerst in Nederland aangetroffen in 1875. Destijds is de plant hier ingevoerd uit de VS met hooi, waarin waarschijnlijk zaad van de Alsemambrosia gezeten heeft. De plant kon zich hier niet handhaven en vestigen, maar is meermalen opnieuw ingevoerd. Tegenwoordig wordt nogal eens zaad van de plant aangetroffen in vogelzaad. Daardoor wordt de plant ongewild nogal eens aangetroffen in tuinen, waar in de winter is bijgevoerd met vogelzaad of vetbollen. Ook in andere Europese landen is de soort ongewild ingevoerd en heeft zich inmiddels gevestigd in de Balkanlanden en in het Rhonedal. Vandaaruit lijkt de plant -mogelijk door het wat warmer wordende klimaat- in onze richting op te rukken. Er is sinds 2009 een groeiplaats bekend in de buurt van Bonn.
Deze invasieve exoot wil men niet graag als vaste bewoner in ons land hebben. Het pollen is namelijk zeer sterk allergeen en dat betekent dat de plant een echte hooikoortsplant is; in de VS, waar ze een plaag vormt als onkruid in de landbouw, zelfs een van de belangrijkste veroorzakers van hooikoorts. Tref je de plant bijvoorbeeld in je tuin aan, verwijder de plant dan voordat ze bloeit. Gebruik dan een handschoen, zodat je een eventuele allergische reactie op je huid voorkomt. Gooi de plant bij het restafval, niet op de composthoop, want dan kan ze zich mogelijk toch weer herstellen en definitief vestigen.
Naast de Alsemambrosia kennen we in Nederland nog twee andere soorten. De Zandambosia en de Driedelige ambrosia. Ook dit zijn geen van nature in ons land voorkomende soorten, maar invasieve exoten.
MM_110518
Alsemambrosia is een plant die pas sinds 1875 voor het eerst in ons land is aangetroffen. Het is een exoot die uit Amerika afkomstig is en hier te lande de eerste keer terecht is gekomen door het invoeren van hooi. De laatste jaren komt ze ook wel voor in tuinen via het ingevoerde zaad voor het voeren van vogels in de winter. Je kunt dat zien aan de verspreiding van de soort: in heel Nederland maar wel spotgewijs, er zit geen duidelijke lijn in het verspreidingsgebied.
Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 60, geeft meer informatie over de Alsemambrosia.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 603. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 724.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1066.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ambrósia artemisiifólia
Een heel andere en moderne mogelijkheid om de Alsemambrosia te determineren is met de Ambrosia melder App voor de iPhone. Deze biedt de mogelijkheid van een visuele determinatie van de plant in het veld met behulp van de iPhone.
Ook op de website www.pollennieuws.nl kan nog meer informatie gevonden worden.