Moesdistel - Cirsium oleraceum

Een wat afwijkende soort uit de Vederdistels is Moesdistel, Cirsium oleraceum. Dat komt door zijn bouw en de kleur van zijn zijn bloemen. De tot wel anderhalve meter hoog worden planten zijn slank en door hun zachte bladeren niet erg distelachtig. De gele kleur van de hoofdjes wordt nog versterkt door de meer geel dan groen gekleurde nogal grote schutbladeren rondom de hoofdjes, die dicht bij elkaar staan aan de top van de stengel.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De meerjarige Moesdistel, Cirsium oleraceum (L.) Scop., uit de Composietenfamilie of Asteraceae, valt op door zijn weinig echt stekelig zijn. Je zou dat van een Vederdistelsoort wel verwachten en dat is ook zo bij de andere Vederdistels en het andere geslacht Distel.

De plant valt ook op door zijn hoge weinig bebladerde holle stengel, waardoor de plant hoogtes kan bereiken van wel 1,5 meter. De stengel vertakt ook niet of nauwelijks behalve bovenin waar de bloeiwijzen staan. Deze bloeiwijze bestaat uit een aantal bleekgele hoofdjes die samen omhuld zijn door geelgroene schutbladeren. Deze omhulling doet een beetje aan groenten als sla en kool denken. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom deze plant de naam Moesdistel draagt.

De bladeren in de bloeiwijze vallen niet alleen op door hun licht geelgroene kleur maar ook doordat ze hartvormig zijn met een spitse punt. Ze zitten zonder steel aan de stengel. Verder naar beneden toe zitten steeds grotere bladeren en onderaan bij het maaiveld zijn de bladeren behoorlijk groot tot wel meer dan vijfentwintig cm en meer. Deze grotere bladeren zijn diep ingesneden, waarbij de insnijdingen tot dicht bij de opvallende wittig gekleurde middennerf reiken. Deze veerspletige tot veerdelige bladeren hebben een grote eindlob en meestal vier of vijf zijlobben. De randen van alle bladeren zijn gestekeld, maar die stekels zijn niet prikkend en eigenlijk heel slap. Over het geheel genomen is de plant nogal licht groen van kleur. De bladeren zitten zonder steel aan d estengel en zijn halfomstengelomvattend en naarmate de bladeren groter zijn hebben ze flinke oren die achter de stengel doorsteken.

De bloeiwijze is al eerder genoemd. Het zijn behoorlijk grote hoofdjes tot wel 4 cm in doorsnede. De buisbloemen, lintbloemen ontbreken, zijn lichtgeel van kleur. De helmknoppen en -hokken kunnen lichtpaars van kleur zijn. De stempels steken door de met elkaar vergroeide helmknoppen boven deze uit. De vruchtbeginsel zijn onderstandig en groeien uit tot nootjes met daarop een harig pappus waarmee ze door de wind kunnen worden meegenomen. Het pappus heeft aan de harn kleine zijhaartjes. Wat je met een loep goed kunt zien.

MM_241016

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Vederdistel - Cirsium
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.50 - 1.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
lichtgeel
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvorm:
buisvormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
5 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje met haarpluis
Zaden:
nootje
Stengels:
hol, rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
driehoekig, veerdelig
Bladrand:
gestekeld
Ondergronds deel:
penvormige hoofdwortel met bijwortels
Plantengemeenschappen:

Moesdistel komt voor in het midden en oosten van Europa en westen van Siberië. In Nederland is de soort nogal zeldzaam en kun je de plant alleen in Zuid-Limburg en Noord-Brabant tegenkomen. In België is Moesdistel vrij algemeen in het zuidelijke deel van de Ardennen en in Brabant. Je vindt Moesdistel aan waterkanten, in broekbossen en op verstoorde plekken. Ze groeit goed op kalkhoudende, natte, voedselrijke gronden van klei, leem en zand. Een plek met zon of lichte beschaduwing is een ideale groeiplaats.

De plantensoort 'Moesdistel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De bladeren en de wortel van Moesdistel bevatten harsen en looistoffen die een geneeskrachtige werking hebben. Moesdistel werd gebruikt in middeltjes tegen reuma en jicht. 

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Moesdistel, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 140
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 618-619. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 676.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:1093-1094.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Círsium oleráceum