Video Determinatie

Donkersporig bosviooltje - Viola reichenbachiana

Onder de blauw-paars gekleurde viooltjes vallen de twee soorten Bosviooltjes op door hun spits toelopende kelkslippen. Het ook blauwpaars gekleurde Maarts viooltje heeft stompe en afgeronde kelkslippen. Donkersporig bosviooltje bloeit eerder dan het Bleeksporig bosviooltje en heeft een donker blauw tot paars of roodachtige gekleurde spoor. Ook de wimpers aan de spitse steunblaadjes bieden een goed houvast, want de wimpers aan de zijranden zijn in verhouding opmerkelijk groot. De soort vormt geen grote plakkaten op de bodem, wat een goed onderscheid is met het Maarts viooltje.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Vrijwel tegelijk met het Maarts viooltje kun je in de bossen die grenzen aan de struwelen waarin het Maarts viooltje te vinden is een blauw-violet kleurig viooltje vinden dat erg veel lijkt op het Maarts viooltje. Het heeft echter een donkerblauwe tot paarse spoor. Begin en midden maart begint dit Donkersporig bosviooltje, Viola reichenbachiana Boreau, uit de Viooltjesfamiie of Violaceae, te bloeien. De bloei gaat door tot het begin van mei.

De planten hebben een wortelstok, die niet erg groot is, en bovenaan die wortelstok draagt deze een bladrozet. Aan die bladrozet komen wel eenjarige uitlopers met daaraan verspreid staande bladeren. Ook komen er alleenstaande bloemen aan, maar deze uitlopers zijn eenjarig en sterven in het najaar af. Dat is een groot verschil met het Maarts viooltje, dat zoals we daar gezien hebben grote tapijten kan vormen met zijn bovengrondse stengeldelen.

Op de bladeren vinden we verspreid staande haren. De bladeren zijn hartvormig en lopen uit in een spits. De rand van de bladeren is duidelijk gekarteld. Aan de bladsteel staan twee steunblaadjes die zo'n 8-9 mm lang kunnen zijn en in een spitse punt eindigen. Ze zijn wat behaard en hebben heel duidelijke uitstekende slippen.

De bloemen staan aan de bladrozet en aan de bebladerde stengels. De kroonbladen zijn blauw tot violet van kleur. Soms hebben ze een wat roodachtige schijn, waardoor de kleur naar purper neigt. Er komen ook planten voor waarvan de bloemkleur minder sterk blauw is, daardoor wordt de kleur wat lichter en neigend naar roze. De kelkbladen zijn spits en hebben een naar achteren wijzend klein aanhangsel van hoogstens één mm.

Donkersporig bosviooltje is te vinden in de loofbossen op voedselrijke gronden in het rivierengebied en in oost Nederland, in de bossen rond Nijmegen en in Zuid-Limburg.

MM_140309

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Viooltje - Viola
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
paars, purper, blauw
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, met spoor
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kroonbladen, 5 kelkslippen
Meeldraden:
5 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
liggend
Schors:
-
Bladstanden:
rozet, wortelstandig-verspreid
Bladvormen:
hartvormig, driehoekig
Bladrand:
gekarteld
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied van het Donkersporig bosviooltje omvat het westen, midden en zuidoosten van Europa en de Kaukasus. In onze contreien vinden we de soort in het zuiden van Limburg en de aangrenzende gebieden in België. Ook in de omgeving van Nijmegen, in de hellingbossen op de stuwwallen kun je de soort wel vinden; verder is ze bekend uit het dal van de IJssel en ten oosten daarvan. De noordgrens loopt van Zutphen tot Ootmarsum in Twente. Het is de meest uitgesproken schaduwplant onder de viooltjessoorten en komt sporadisch binnen het genoemde areaal voor, maar dan wel vaak in groten getale. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijft de twee associaties van de rijkere hellingbossen waarin Donkersporig bosviooltje voorkomt

37Ac5 Associatie van Hazelaar en purperorchis

43Ab1 Eiken-Haagbeukenbos

De plantensoort 'Donkersporig bosviooltje' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Het onderscheid tussen Bleeksporig en Donkersporig bosviooltje is niet altijd even gemakkelijk; dat komt doordat er bastaarden kunnen bestaan die zelfs een wetenschappelijke naam hebben en wel Viola x intermedia. De twee soorten en hun bastaarden komen geregeld in dezelfde plantengemeenschappen voor. De eigenschappen en kenmerken van de bastaarden houden het midden tussen de stamouders, wat het onderscheiden niet gemakkelijk maakt.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Donkersporig bosviooltje en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 208. De soort wordt hier Blauwsporig bosviooltje genoemd.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 343. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 435-436.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 551. De soort wordt in deze flora Blauwsporig bosviooltje genoemd.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Víola reichenbachiána.