Dicht havikskruid is een groep van Havikskruidsoorten, een zogenaamde sectie, die je herkent aan de hoofdjes met gele lintbloemen. De planten hebben melksap. Op de wortelstok staat een rozet van gesteelde ovale bladeren met een getande rand. De bloeistengel heeft meestal 4 verspreid staande bladeren die ingesneden zijn. Aan de top is een tuil met bloemhoofdjes te zien. De vruchten dragen een bruinwit en gemakkelijk brekend pappus.
Dicht havikskruid is een sectie van plantensoorten binnen het geslacht Hieracium. Het gaat daarbij om de sectie Vulgata (Griseb.) Willk. & Lange. Deze sectie omvat wel 30 te onderscheiden soorten. Om die te kunnen herkennen dien je een echte specialist te zijn, maar Gevlekt havikskruid (SL0619) is gemakkelijk te herkennen door de gevlekte bladerren. Hieracium is een geslacht binnen de Composietenfamilie of Asteraceae.
De meerjarige planten hebben een scheefstaande, meerkoppige wortelstok, maar geen bovengrondse uitlopers zoals we die kennen bij het geslacht Pilosella, dat tot voor enige jaren nog werd samengevoegd met Hieracium. Op de wortelstok ontstaat een bladrozet van grote langwerpige ovale of elliptische bladeren. Ze hebben een wigvormige bladvoet die overgaat in de bladsteel; soms loopt de bladvoet als smalle vleugels langs de bladsteel door. De bladrand is getand en de tanden wijzen naar opzij en naar de bladtop, maar nooit naar achteren. Dit is een duidelijk onderscheid met Muurhavikskruid. Langs de stengel staan een paar stengelbladen, meestal maximaal 4 soms een enkel blad meer. Naar boven toe worden de bladstelen korter en de bladschijven zijn soms diep ingesneden. Ze zijn niet stengelomvattend, zoals we dat bij Stengelomvattend havikskruid kennen. Er komen binnen de sectie Dicht havikskruid exemplaren voor met bladeren met donkere, wat naar paars kleurende vlekken en dat is dan een, ook voor de minder gespecialiseerde floristen onder ons, gemakkelijk te onderscheiden soort binnen de sectie, namelijk Gevlekt havikskruid, Hieracium maculatum (SL0619). Het plantenpaspoort van deze soort uit de sectie wordt elders beschreven.
De lange, onvertakte en behaarde bloeistengel heeft op de top een vrij compacte tuil met kleine bloemhoofdjes van enkel gele lintbloemen. De omwindselbladen zijn met nogal wat klieren of haren bezet. Na bevruchting groeien de onderstandige vruchtbeginsels uit tot cylindervormige ten minste drie mm lange nootjes met een bruinwit broze pappus. Tijdens de bloei zijn er aan de basis van de bloeistengel rozetbladeren aanwezig.
MM_211207
Het verspreidingsgebied of areaal van Dicht havikskruid omvat Europa en aangrenzend Azië. De soort groeit bij voorkeur in de halfschaduw en op lemige stenige bodems in lichter bossen, hakhout en holle wegen. Ook op spoorterreinen is de plant aan te treffen.
Naamgeving
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Dicht havikskruid, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 208.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 635. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 692-693.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1122. Hier worden de wetenschappelijke namen Hieracium lachenalii en H. vulgatum en de Nederlandse naam Gewoon havikskruid gebruikt.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Hierácium sectie Vulgáta