In met name bermen van autosnelwegen in Limburg bij voorbeeld, maar ook in ruigten langs onze rivieren, zoals op verlaten terreinen van steenfabrieken bij Nijmegen kan een zeer op Vogelwikke lijkende, maar sterk behaarde Wikkesoort gevonden worden. Het is de Bonte wikke, Vicia villosa, die ook veelbloemige trossen van blauw tot paars, soms wit en rood kleurende vlinderbloemen heeft. Met name de wittige beharing onderscheidt de soort van Vogelwikke.
Vanaf het midden van de lente en in de zomer bloeien behaarde planten, die veerdelige bladeren hebben welke eindigen in een rank, waarmee de planten omhoog kunnen klimmen in de ruigtevegetatie van omgewerkte grond, bermen aan spoorwegen en in graanakkers. Bonte wikke, Vicia villosa Roth, behoort met zijn duidelijke vlinderbloemen tot de Vlinderbloemfamilie of Fabaceae. Vroeger ook wel Papilionaceae genaamd.
Bonte wikke is een tot 1,5 meter hoog wordende afstaand tot aangedrukt behaarde eenjarige of overblijvende klimplant. De verspreid staande bladeren zijn even geveerd en hebben wel 8 tot 12 paren deelblaadjes, die wat breder zijn dan bij Vogelwikke. Er zijn kleine steunblaadjes op de plek waar de bladeren aan de steel zitten. Het topblaadje ontbreekt maar daarvoor in de plaats vind je ranken.
De bloeiwijze van Bonte wikke is een veelbloemige tros met een tamelijk lange steel, die korter is dan het bijbehorende schutblad. De vlinderbloemen zijn 1 tot 2 cm lang en hebben een vlag, waarvan het omhoogstaande deel, de plaat, tot de helft korter is dan de nagel; dat is het deel dat tegen de zwaarden aanligt en waaromheen de vijftandige kelk aansluit. Na bevruchting door bijen groeit het bovenstandig vruchtbeginsel uit tot een gladde, onbehaarde peul. Deze heeft aan de voet een versmald steeltje dat tenminste zo lang is als de kelkbuis, soms nog iets langer. De peul kan zo'n 2 cm groot zijn. De kleur van de bloemen bepaalt de naam 'bont', omdat de zwaarden vaak veel lichter blauw zijn dan de paarse vlag. De plaat van de vlag is aan de top wat verbreed.
Met zijn wortelknolletjes draagt de plant bij aan de groenbemesting van de ruigte waar ze in staat.
Bonte wikke groeit op zandige tot licht kleiige grond in droge bermen en op graanakkers. Als cultuurvolger komt ze in toenemende mate voor in Nederland en België.
MM_121211
Het oorspronkelijk areaal of verspreidingsgebied van Bonte wikke is beslaat het gebied rond de Middellandse Zee en Zuidwest-Azië, maar thans komt deze soort in bijna heel Europa voor waar ze als adventief is ingevoerd met graan en als veevoedergewas. Ze is nu goed ingeburgerd in onze contreien en siert nu onze wegbermen en taluds, vooral in het Maasdal en Limburg.
Bonte wikke is een tamelijk veelvormige soort en soms worden zelfs twee ondersoorten onderscheiden. Een van deze ondersoorten heeft wat meer roodachtige bloemen, maar dat onderscheid is betrekkelijk.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Bonte wikke en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 120.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 162. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 342.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 772.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Vícia villósa