De plantensoorten die tot deze familie horen kunnen heel verschillend zijn van fijne, tere kruiden tot flinke struiken. Maar op grond van moleculairbiologisch onderzoek blijken deze evolutionair nauw verwant te zijn.
Nu zijn ze goed te zien. Zeker als je je tussen de weilanden in het zuiden van Limburg bevindt, zie je ze overal in de populieren: grote groene nesten. Van dichterbij is te zien dat dit nest een eigen plantensoort is.
De bermen van de snelwegen lijken in dit jaargetijde wel wit geverfd. Duizenden en duizenden witte bloemetjes zijn er te vinden. Deze natuurlijke belijning wordt met name gevormd door Deens lepelblad (Cochlearia danica).
Naast de vele klaprozen die nu overal staan te bloeien, is nu ook het meest bombastische familielid van de Papavers te vinden. Met de grote gekleurde bloemen en bleek gekrulde bladeren is de Slaapbol (Papaver somniferum) een erg opvallende plant.
De Ranonkel-familie is een zeer diverse familie onder de bloeiende planten. Hoewel deze voornamelijk wordt geassocieerd met boterbloemen, immers van het geslacht Ranunculus, zal je Ranonkels veel vaker tegenkomen.
Kleurrijke en geurende bloemen zijn het ‘uithangbord’ van bloeiende planten om insecten aan te trekken voor de bestuiving en dus bevruchting en voortplanting van de plantensoort. Je kunt dat in de natuur voortdurend zien gebeuren als je er een beetje op let tijdens het wandelen.
De naam Ambrosia roept wellicht associaties op met het begrip Ambrozijn. In de Griekse mythologie wordt verhaald over de goden op de berg Olympus en hoe de goden zich daar te goed doen aan Ambrozijn, de godendrank bij uitstek. Met dit gegeven uit de Griekse oudheid verwacht je misschien wel een heel bijzondere, mogelijk goddelijke, plant.
Langs de Nederlandse vennen stikt het van het leven. Misschien lijkt dit, nu we buiten het groeiseizoen van vele soorten leven, misschien niet zo. Maar let maar eens op.
Muurbloem is met zijn bloei begonnen. Je vindt deze fraaie plantensoort uit de Kruisbloemenfamilie op oude muren zoals de stadsmuren van Maastricht en ook op enige plekken in oude steden in het noorden van ons land.
De akkerflora van Nederland is de laatste decennia erg achteruitgegaan. Nu blijkt elke akker uniek o.a. qua soort, ligging, gewassen en bewerking. Voor succesvol herstel en beheer moet je je percelen dus goed kennen en veel keuzes maken. Het boek bundelt tien jaar nieuwe en oude inzichten over bloemrijke akkers. Nooit eerder verscheen een dergelijk standaardwerk op het raakvlak tussen landbouw en natuurbeheer.