In het Florajournaal wordt vaak geschreven over allerhande typen habitats. Naast bijvoorbeeld duinen en bossen, zijn venen een voorbeeld van een dergelijk habitat. Soorten die hier groeien zijn aangepast aan zure, natte en voedselarme omstandigheden.
Zwitserse wetenschappers hebben onlangs in de Zwitserse bodem stuifmeel gevonden. Heel erg oud stuifmeel. Het stuifmeel is gefossiliseerd en is terug te leiden naar het Trias, 240 miljoen jaar geleden.
De maand Mei kent als synoniem de naam Bloeimaand. En dat is ook heel terecht. Want met een langjarige gemiddelde temperatiuur van 17,3 C zie je in deze maand zeer veel planten in onze natuur in bloei komen. In alles komt de natuur weer tot volle wasdom en het zijn niet alleen de vogels die in deze maand zorgen voor nakomelingen, maar de plantenwereld doet dat even zo goed.
Het blauwe bloemetje van de Wilde cichorei (Cichorum intybus) is niet eens zo opvallend, maar geeft de kant van de weg een blauwige gloed. In grazige wegbermen is de plant nu veel in bloei te vinden. Hoewel de meesten er aan voorbij rijden, is het toch een zeer bekende composiet. Veel mensen kennen de Cichorei namelijk in een minder kleurige vorm, van hun bord: Witlof is een voorbeeld van een toepassing van Cichorei in onze keuken.
Als je kijkt naar de Klokjesgentiaan, kijk je naar een bloem met een niet zo algemene kleur. Namelijk blauw! Een aantal soorten uit de Gentiaanfamilie dragen de kleur blauw als exotisch uithangbord.
Planten herkennen is niet altijd even gemakkelijk en zonder loep of zakflora is het soms bijna onmogelijk om soorten te onderscheiden. Het helpt dan ook vaak om al je zintuigen in te zetten om gemakkelijk tot een soort te komen.
Overal om ons heen komt het groen weer uit de bodem. Het voorjaar is echt begonnen! En met het weelderige groen komen ook de schoffels, harken en maaimachines weer onder het stof vandaan uit de vele schuurtjes van Nederland. De tuin moet namelijk netjes gehouden worden.
Planten groeien overal. Op allerlei typen bodems, tussen straatstenen, op andere planten en in het water. Toch is de zeebodem een plek waar planten het moeilijk hebben.
Januari wordt sinds mensenheugenis ook de Louwmaand genoemd. Dit is in beginsel de koudste maand in Nederland en België. De langjarige gemiddelde maximum temperatuur bedraagt in Nederland 6,0 C. Je verwacht in januari eigenlijk weinig bloeiende planten te zien, maar vooral in jaren met een milde winter, of in jaren dat er flinke zonnige periodes zijn kun je toch een aantal planten in bloei aantreffen.
De Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) is natuurlijk op zijn mooist in mei. De witte bloemen sieren het struweellandschap van heggen en bermen en trekken de aandacht van de vliegende insecten.
Australische wetenschappers berichtten onlangs over een gras dat, nadat deze geheel verdroogd was in de verzengende Australische hitte, weer tot leven leek te komen. De grassoort Tripogon loliiformis ontrekt echter tijdes droogte bijna al het water uit de bladeren om deze te beschermen en ziet er zodoende als dood uit.
Toch heeft Nederland ook een rotsflora. En deze strekt zich verder uit dan alleen Zuid-Limburg. Voor planten maakt het immers niets uit of een rots bestaat uit een natuurlijk stuk steen of gebouw van een vergelijkbaar materiaal. De steden moeten dan ook gezien worden als de rotsige stukken van Nederland. Vooral tegen oude muren aan, weten planten zich goed te handhaven.