Zandambrosia - Ambrosia psilostachya

De hoofdjes van de in bloei staande Zandambrosia, Ambrosia psilostachya, staan in een trosvormige bloeiwijze en hangen naar beneden. Het lijkt daarom in de verte wat op een omgekeerde druiventros. In die hangende hoofdjes staan de mannelijk bloeiende zeer gereduceerde composietenbloemen binnen een kapvormig omwindsel dat sterk behaard is. De pollen worden aan de lucht afgegeven en bereiken via de lucht de vrouwelijk bloeiende rechtopstaande bloemen in de oksels onderin de plant. De bladeren zijn enkel geveerd en net als de stengels behaard.

De meeste plantensoorten uit de Composietenfamilie hebben hoofdjes met daarin vaak fraai gekleurde composietenbloemen. Deze bloemen worden veelal bezocht door insecten, die dan voor de bestuiving en bevruchting zorg dragen. Een klein aantal soorten is echter windbestuiver; dat wil zeggen dat het pollen aan de lucht wordt vrijgegeven en dat de wind voor transport van het pollen naar de vrouwelijke bloemdelen zorgt. Tot deze groep uit de Composietenfamilie behoort de Zandambrosia, Ambrosia psilostachya DC.

De meerjarige planten ontwikkelen een wortelstelsel dat ver kruipende uitlopers maakt. Aan deze uitlopers ontstaan in de herfst zogenaamde wortelknoppen die enigszins uitlopen en in het volgende voorjaar bovengrondse spruiten ontwikkelen. (Bij de plant die we hier laten zien, is dit nog niet het geval; de plant staat dit jaar voor het eerst op deze locatie en lijkt zich uit een zaadje te hebben ontwikkeld).

Aan deze spruiten met rechtopstaande stengels zitten de bladeren onder aan de stengel tegenoverstaand, maar hoger aan de stengel verspreid, net als bij de Alsemambrosia. De bladeren zijn enkel geveerd en dit is afwijkend van de bladeren van de Alsemambrosia die meestal dubbel tot driedubbel geveerd zijn. Zowel stengels als bladeren zijn sterk behaard met lange witte haren.

De bloeiwijze van de Zandambrosia bestaat uit een tros met omlaag hangende hoofdjes met daarin de bloemen die pollen produceren. Het kapvormig omwindsel is sterk behaard. Deze hoofdjes zijn iets grover van bouw dan die van de Alsemambrosia. Het pollen wordt uit de bloemetjes gedrukt door de naar buiten schuivende stijl van het niet fertiele gereduceerde vruchtbeginsel. Deze hangende bloemen zijn dus functioneel alleen mannelijk.

Lager in de plant in de oksels van bladeren staan de omhooggerichte bloemen met een vruchtbeginsel met twee ontvankelijke stempels. Deze vangen een deel van het door de mannelijke bloemen aan de lucht afgegeven pollen op, waarna de bestuiving en bevruchting tot stand komt. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vruchtje, met een paar kleine knobbels op het vruchtje. Het is wat afwijkend van vorm van de vrucht, of het nootje, van de Alsemambrosia.

Met die knobbels kan zo'n nootje blijven haken in de vacht van een dier en op die manier verspreid worden. De belangrijkste verspreidingsmethode van deze meerjarige Ambrosia is echter via de worteluitlopers.

MM_130828

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ambrosia - Ambrosia
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.20 - 0.70 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
groen, geel
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvorm:
composietenbloem
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
-
Meeldraden:
5 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard
Schors:
-
Bladstanden:
tegenoverstaand, verspreid
Bladvormen:
ingesneden, samengesteld
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschap:
-

Net als de Alsemambrosia is de Zandambrosia een exoot uit Amerika, die pas kort in Nederland bekend is. De eerste melding is van 1905 uit de buurt van Nunspeet. Maar door de aanvoer waarschijnlijk met Amerikaans legermateriaal, is de soort nu van meerdere plekken bekend, onder meer van haventerreinen. Het gaat daarbij meestal om terreinen met een verstoorde bodem of om plekken waar zand of puin van elders gestort is. Hoewel de video-opnamen die we gemaakt hebben van een natuurgebied komen, is het goed mogelijk dat de soort hier na het ontgrinden en herstellen van het gebied terecht is gekomen. Voorzover bekend kan de soort zich moeilijk vestigen in een meer ongerepte situatie.

De plantensoort 'Zandambrosia' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Ambrosia's zijn planten uit de Composietenfamilie die zeer sterk allergeen pollen produceren en aan de lucht vrijgeven. Doordat deze planten pas erg laat in het jaar, namelijk in de nazomer en herfst bloeien, betekent dit dat het hooikoortsseizoen met enige weken tot maanden wordt verlengd. Om deze reden, maar ook omdat Ambrosia's vervelende onkruiden blijken te zijn in de landbouw, wordt gepoogd om de soorten binnen de perken te houden en te voorkomen dat ze vaste voet in onze flora kunnen krijgen. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit voert samen met een aantal andere organisaties jaarlijks een campagne die hierop gericht is.

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Zandambrosia, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 61.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 603. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 725.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1066-1067. In oudere literatuur en ook in de Flora van Heijmans wordt de soort aangeduid als Ambrosia coronopifolia.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ambrósia psilostáchya.