De Wijnstok kennen we vrijwel allemaal als een klimplant met een diep in de bodem reikende wortel en grote handnervige bladeren. Het gemakkelijkst herken je de plant aan de trossen met druiven, die na de bloei in de zomer ontstaan en geoogst worden voor consumptie of de bereiding van wijn. We kennen de wijnstok vooral van de wijngaarden waar door de mens geplante en gekweekte wijnstokken staan.
De Wijnstok, Vitis vinefera L., is een meerjarige soort uit de Wijnstokfamilie of Vitaceae. Het is een klimplant. Aanvankelijk ontwikkelt de plant een wortel die snel de diepte in groeit, soms tientallen meters diep, op zoek naar water. De plant gedijt vooral goed op wat stenige en kalkrijke grond op plaatsen waar nauwelijks andere cultuurgewassen willen of kunnen gedijen.
De houtige wortel van een wat oudere plant gaat over in een houtige, omhoog groeiende stam, waaraan in beginsel meerdere groene nieuwe zijscheuten ontstaan die in het tweede jaar van hun bestaan verhouten en dan een bruine schors krijgen. In de druivencultuur heeft men lokaal verschillende methoden van snoeien ontwikkeld. Aan de nieuwe zijscheuten ontspruiten groene kantige takken en twijgen, waaraan de bladeren verspreid staan. Deze zijn handvormig en enigszins ingesneden waardoor ze drie tot vijflobbig zijn. De rand van de bladeren is grof getand tot bijna gezaagd. Meestal zijn ze kaal, maar op de bladstelen is vaak fijne beharing te vinden. Overigens kan de bladvorm wat meer ingesneden tot weinig ingesneden zijn afhankelijk van de het ras waar je mee te doen hebt. Tegenover ieder blad staat een vertakte rank. In feite heb je hier te doen met een in de loop van de evolutie getransformeerd blad. Toch spreken we van verspreide bladstand. Met deze vertakte ranken kan de Wijstok omhoog klimmen en daarmee hoogtes bereiken van vele meters. In cultuur wordt de hoogte in het algemeen al naar gelang de lokale gebruiken door de mens beperkt.
In de oksels van de bladeren ontwikkelen zich na het uitlopen in het vroege voorjaar eind mei of begin juni de bloeiwijzen. Het zijn trossen die samen een pluim vormen. Aanvankelijk zie je de kleine bolvormige bloemknoppen waaruit de kleine een beetje geel tot groene regelmatige bloemen ontluiken. Voordat de bloem opent zie je dat de vijf groene kroonbladen aan elkaar blijven zitten en aan de voet loslaten, waardoor de kroon als een soort muts naar boven wordt weggestoten en afvalt. Soms blijft deze muts wel aan de basis van een kroonblad vastzitten, waardoor je wel bloemen vindt in zo'n tros waaraan het mutsje opzij hangt. Kelkbladen of -tanden zijn zo klein dat je ze nauwelijks ziet. Wel zijn er gele nectarklieren te zien tussen de meeldraden rond het bovenstandig vruchtbeginsel met één stijl en stempel. De meeldraden zijn voor de kroonbladen ingeplant maar dat zie je niet meer als deze als mutsje zijn afgevallen. De helmdraden zijn relatief lang in verhouding tot de kleine bloem en op de rechte helmdraad staan de gele helmknoppen. De gekweekte rassen hebben tweeslachtige bloemen, maar echte wilde wijnstokken hebben meestal op een en dezelfde plant alleen bloemen met meeldraden of alleen bloemen met stampers. De wilde Wijnstok is dan dus tweehuizig.
Bestuiving vindt plaats door bezoekende insecten, maar ook door de wind. Er treedt ook zelfbestuiving op. Na bevruchting groet het bovenstandig vrucht beginsel uit tot een steenvrucht of bes. deze is vlezig en sappig en bevat een of twee pitten, de zaden. In middels zijn er via kweekprogramma's ook Wijstokken, waarin geen pitten meer in de bessen, die we druiven noemen, zitten.
MM_180529
Van oorsprong is de wijnstok een in het wild voorkomende plantensoort afkomstig uit de streken rond de Zwarte Zee. Vandaaruit is deze soort gedomesticeerd en al sinds duizenden jaren door de mens verder gekweekt en veredeld. Inmiddels is de Wijnstok over de hele wereld verspreid en zelfs heeft de mens rassen gekweekt die aangepast zijn aan bijvoorbeeld ons West-Europese zeeklimaat. Denk er daarbij aan dat de druivenrassen geënt worden op een onderstam die goed bestand is tegen allerlei ziektes die de wijnstok kunnen aantasten.
De vruchten van de Wijnstok, het zijn steenvruchten of bessen, worden direct gegeten, maar ook gebruikt om er wijn van te maken. Dit laatste heeft tot een hele omvangrijke cultuur geleid, die in diverse landen op de wereld wordt gepraktiseerd.
Om de Wijnstok te determineren kun je de wetenschappelijke Heukels'Flora van Nederland gebruiken en wel de 23 ste druk, pagina 321. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 333.
Een andere methode van determineren is mogelijk met Heimans, Heinsius en Thijsse, 22ste druk: 615-616.
Uitspraak accenten van de wetenschappelijke naam: Vítis viniféra.